ECLI:NL:OGEAA:2019:328

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 mei 2019
Publicatiedatum
11 juni 2019
Zaaknummer
AUA201802905
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering door Aruba Bank N.V. tegen gedaagden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Aruba Bank N.V. een schuldvordering ingediend tegen twee gedaagden, die beiden in persoon procedeerden. De zaak is gestart met een verzoekschrift, waarin Aruba Bank verzocht om een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis. De gedaagden hebben de vordering van Aruba Bank erkend tijdens de rolzitting op 31 oktober 2018. Het Gerecht heeft op 22 mei 2019 uitspraak gedaan, waarbij de gedaagden zijn veroordeeld om aan Aruba Bank een bedrag van Afl. 14.581,37 te betalen, vermeerderd met rente van 1,5% per maand over een bedrag van Afl. 18.236,66, gerekend vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 1.174,50 aan verschotten en Afl. 1.000,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 22 mei 2019
Behorend bij A.R. no. AUA201802905
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:

1.[GEDAAGDE 1],

en:

2.[GEDAAGDE 2],

beiden wonende in Aruba,
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [GEDAAGDEN],
beiden procederend in persoon.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de erkenning van [GEDAAGDEN] van de vordering van Aruba Bank ter rolzitting van 31 oktober 2018;
-de rolbeschikking van dit Gerecht van 12 december 2018;
-de door Aruba Bank op 6 februari 2019 genomen akte, houdende een verbetering van een kennelijke verschrijving in het petitum van het verzoekschrift;
-de op 3 april 2019 tegen [GEDAAGDEN] verleende akte van niet dienen van een antwoordakte.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.
2. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
2.1
Aruba Bank verzoekt dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-[GEDAAGDEN] veroordeelt om aan Aruba Bank te betalen Afl. 14.581,37, te vermeerderen met 1,5% rente per maand over Afl. 18.236,66 gerekend vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
-[GEDAAGDEN] veroordeelt in de proceskosten.
2.2 [
GEDAAGDEN] hebben de vordering van Aruba Bank erkend.

3.DE BEOORDELING

3.1
Nu [GEDAAGDEN] de vordering van Aruba Bank hebben erkend, zal die worden toegewezen als na te melden.
3.2 [
GEDAAGDEN] zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Aruba Bank, tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 212,25 + 212,25 =) Afl. 1.174.50 aan verschotten (griffiegeld en oproepkosten) en Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt, tarief 4).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [GEDAAGDEN] om aan Aruba Bank te betalen Afl. 14.581,37, te vermeerderen met 1,5% rente per maand over Afl. 18.236,66 gerekend vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt [GEDAAGDEN] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Aruba Bank, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.174.50 aan verschotten en
Afl. 1.000,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 mei 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.