ECLI:NL:OGEAA:2019:32

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
18 januari 2019
Zaaknummer
AUA201702356
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanrijding en dekking onder aansprakelijkheidsverzekering

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde Nagico Aruba N.V. betaling van schadevergoeding van [GEDAAGDE 2] en [GEDAAGDE 1] na een aanrijding op 16 december 2015. Nagico had een WA-verzekering afgesloten voor een voertuig dat op naam stond van [GEDAAGDE 2], maar dat op het moment van de aanrijding in gebruik was door [GEDAAGDE 1]. Nagico stelde dat zij op grond van de Landsverordening Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (LAM) gehouden was om de schade aan een derde te vergoeden, maar dat zij niet aansprakelijk was omdat de verzekering van [GEDAAGDE 2] niet meer geldig was op het moment van de aanrijding. De rechtbank oordeelde dat de verzekering nog steeds geldig was, ondanks het feit dat [GEDAAGDE 1] niet als bestuurder was aangemeld. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een schending van de polisvoorwaarden die de dekking zou uitsluiten. De vorderingen van Nagico werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Vonnis van 16 januari 2019
Behorend bij A.R. AUA201702356
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
NAGICO ARUBA N.V.,
gevestigde te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Nagico,
gemachtigde: mr. E.A.Th. Kuster,
tegen:
[GEDAAGDE],,
wonende te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [GEDAAGDE 1],
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
[GEDAAGDE 2]
wonende te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [GEDAAGDE 2],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- rolbeschikking van 5 september 2018;
- de akte van Nagico;
- de antwoordakte van [GEDAAGDE 1].
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 31 juli 2015 heeft [GEDAAGDE 2] bij Nagico een WA verzekering onder polisnummer [polisnummer] voor de personenauto [merk 1] met kenteken [kentekennummer] afgesloten, waarbij als “authorized drivers” zijn genoemd:
“The insured
Any authorized licensed driver”.
De verzekering had een looptijd van 3 juli 2015 tot 3 oktober 2015. Op 22 oktober 2015 is deze polis verlengd tot 3 juli 2016.
2.2
Op 15 november 2015 heeft [GEDAAGDE 2] aan [GEDAAGDE 1] verkocht een [merk 2] 2008 per 16 november 2015. In de overeenkomst is bepaald dat de eigendom van de auto blijft berusten bij [GEDAAGDE 2] en dat die ook zal zorgdragen voor de registratiepapieren en de verzekering. De kosten van de kentekenplaten en de verzekering komen voor rekening van [GEDAAGDE 1]. Indien [GEDAAGDE 1] in gebreke blijft met betaling van een termijn, heeft [GEDAAGDE 2] het recht de auto terug te nemen.
2.3
Op 17 november 2015 heeft een wijziging van de polis [polisnummer] van [GEDAAGDE 2] bij Nagico plaatsgevonden, waarbij de verzekering overging van de [merk 1] naar de [merk 2].
2.4 [
GEDAAGDE 2] heeft [GEDAAGDE 1] niet bij Nagico aangemeld als (regelmatige) bestuurder van de verzekerde auto.
2.5
Op 16 december 2015 is [GEDAAGDE 1] bij een aanrijding betrokken geweest en heeft schade bij een derde veroorzaakt. Nagico heeft deze schade tot een bedrag van Afl. 21.953,23 voldaan. [GEDAAGDE 2] heeft aan Nagico een bedrag van Afl. 2.000,- voldaan.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Nagico vordert (al dan niet hoofdelijke) veroordeling van [GEDAAGDE 2] en [GEDAAGDE 1] tot betaling van Afl. 21.953,23 vermeerderd met rente en kosten en met veroordeling van [GEDAAGDE 2] en [GEDAAGDE 1] in de kosten van de procedure.
3.2
Nagico legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op grond van de Landsverordening Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (LAM) gehouden was tot betaling van de door de derde geleden schade, maar dat zij daartoe niet gehouden was, nu het voertuig bij [GEDAAGDE 1] in bezit was en de verzekering van [GEDAAGDE 2] reeds was beëindigd. Die heeft echter nagelaten de verzekeringspolis bij Nagico in te leveren.
3.3 [
GEDAAGDE 1] voert hiertegen gemotiveerd verweer. Aan [GEDAAGDE 2] is verstek verleend.
3.4
Het gerecht zal op de standpunten van partijen, hierna waar nodig nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van de LAM rust de verplichting tot het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering op de bezitter van het voertuig. In de LAM is niet bepaald dat de bezitter ook de verzekeringnemer moet zijn. Het voorschrift is op te vatten als een op de bezitter rustende verplichting daarvoor zorg te dragen. In hun onderlinge rechtsverhouding hebben [GEDAAGDE 1] en [GEDAAGDE 2] afgesproken dat [GEDAAGDE 2] voor de verzekering zal zorgdragen, hetgeen deze ook heeft gedaan. In zoverre is sprake van een geldige verzekering krachtens de LAM.
4.2
In art. 7 van de polisvoorwaarden is opgenomen dat iedere wijziging rond het verzekerde voertuig gemeld moet worden aan Nagico. Dit artikel is ruim geformuleerd en dekt vrijwel alles
: “Insured name and adress, the usage of the vehicle, garage or were the Insured’s vehicle is regularly parked or any other modification that affects among other things the value of the vehicle…”Overtreding van dit artikel leidt tot beëindiging van de polis en/of dekking door de maatschappij. Nagico stelt dat op basis van dit artikel de wijziging van de bezitter aan haar had moeten worden gemeld. Ook hierom is volgens haar geen sprake meer van een geldige verzekering. Ook dit standpunt volgt het Gerecht niet. In art. 8.2 aanhef en onder e. van die polisvoorwaarden is vermeld dat de polis eindigt indien
“the Insured and or beneficiary of the insured stop having an interest in and lose power over the object insured”. Door de huurkoop van het voertuig hield [GEDAAGDE 2] echter nog belang bij het object: hij bleef immers eigenaar en had het recht het voertuig terug te nemen. In zoverre behield [GEDAAGDE 2] dus belang bij het handhaven van zijn verzekering. Wel had mogen worden verwacht dat [GEDAAGDE 1] door hem als regelmatige bestuurder zou worden aangemeld. Echter door dit verzuim is geen belang geschaad van Nagico, die daaromtrent ook niets heeft gesteld. Zonder andersluidend standpunt moet er vanuit worden gegaan dat de aanmelding van [GEDAAGDE 1] door Nagico zou zijn geaccepteerd, nu hij in het bezit was van een geldig Arubaans rijbewijs en Nagico niet gesteld heeft dat ten aanzien van hem relevante bedenkingen zouden zijn gerezen op grond waarvan [GEDAAGDE 1] als bestuurder zou zijn geweigerd.
4.3
Het bovenstaande komt erop neer dat, in weerwil van het betoog van Nagico nog sprake was van een geldige verzekering en zij niet slechts op basis van art. 12 lid 2 LAM gehouden was tot uitkering van de schade aan een derde. Dit leidt ertoe dat de vorderingen op [GEDAAGDE 2] en [GEDAAGDE 1] zullen worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Nagico in de kosten van het geding worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Nagico in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [GEDAAGDE 1] worden begroot op Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de kostenveroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 16 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.