ECLI:NL:OGEAA:2019:310

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 mei 2019
Publicatiedatum
7 juni 2019
Zaaknummer
AUA2019001251
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielverzoek op basis van artikel 54 Lar door Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Op 13 mei 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de verzoeker, van Venezolaanse nationaliteit, een verzoek indiende op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De verzoeker had eerder, op 11 april 2019, een afwijzing van zijn asielverzoek ontvangen van de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie. Tegen deze afwijzing maakte de verzoeker op 15 april 2019 bezwaar en diende hij een verzoekschrift in bij het gerecht.

De behandeling van het verzoek vond plaats op 8 mei 2019, waarbij de verzoeker niet zelf aanwezig was, maar zijn gemachtigde, drs. M.L. Hassell, wel. De Minister was vertegenwoordigd door J. Harewood van DIMAS. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, waarbij hij verschillende overwegingen heeft geformuleerd. De rechter concludeerde dat de verzoeker geen aanleiding had gegeven om de behandeling aan te houden voor het indienen van een medische verklaring.

De rechter oordeelde dat het asielrelaas van de verzoeker niet geloofwaardig was. De verzoeker had in de jaren '90 een militaire opleiding gevolgd, maar had deze niet afgemaakt en had sindsdien 27 jaar zonder problemen in zijn woonplaats verbleven. Dit deed twijfels rijzen over de bewering dat hij wegens desertie door de militaire politie werd gezocht. Bovendien had de verzoeker meerdere keren gereisd tussen Aruba, Curaçao en Venezuela, en had hij pas asiel aangevraagd nadat hij in Aruba was aangetroffen als werkende.

De verzoeker had ook verklaard dat hij een goedaardige tumor had, maar had ervoor gekozen geen medische ingreep te ondergaan. De rechter oordeelde dat er geen levensbedreigende situatie was die zijn terugkeer naar Venezuela in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zou maken. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Uitspraak van 13 mei 2019
Lar nr. AUA2019001251

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

PROCES-VERBAAL VAN DE MONDELINGE UITSPRAAK
op het verzoek in de zin van artikel 54 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[ Verzoeker ],

van Venezolaanse nationaliteit,
VERZOEKER,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:

DE MINISTER VAN JUSTITIE, VEILIGHEID EN INTEGRATIE,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: J. Harewood (DIMAS).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking, gedateerd 11 april 2019 (bestreden beschikking), heeft verweerder het asielverzoek van verzoeker afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft verzoeker op 15 april 2019 bezwaar gemaakt.
Op 15 april 2019 heeft verzoeker bij dit gerecht een verzoekschrift ex artikel 54 van de Lar ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 8 mei 2019. Verzoeker is niet verschenen en zijn gemachtigde is wel verschenen, en verweerder bij zijn gemachtigde.
De uitspraak is terstond gedaan.

BESLISSING

De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek af.

OVERWEGINGEN

1. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding de behandeling van het verzoek aan te houden om verzoeker alsnog de gelegenheid te geven een medische verklaring in te dienen.
2. Verweerder heeft het asielrelaas terecht niet geloofwaardig gevonden. Uit verzoekers eigen verklaring blijkt dat hij in de jaren 1990 tot 1992 in militaire opleiding is geweest en dat hij dit 27 jaar geleden niet heeft afgemaakt. Nadien heeft hij 27 jaar in zijn eigen woonplaats kunnen verblijven zonder problemen. Het is daarom niet aannemelijk dat hij wegens desertie wordt gezocht door de militaire politie. Dat verzoeker stelt dat hij indertijd 32 jaar oud was, klopt ook niet met de overige gegevens.
3. Verzoeker is diverse keren heen en weer gereisd van Aruba en Curaçao naar Venezuela terwijl hij in die periode reeds stelt problemen te hebben gehad. Voorts heeft verzoeker Venezuela legaal kunnen verlaten en heeft hij pas asiel aangevraagd nadat hij in Aruba werkzaam was aangetroffen. Verzoeker heeft bovendien verklaard dat hij zes maanden in Aruba wil blijven om geld te verdienen. Deze omstandigheden doen verder afbreuk aan de gegrondheid van verzoekers asielverzoek.
4. Verzoeker heeft verklaard dat hij een goedaardige tumor heeft en er zelf voor heeft gekozen geen medische ingreep te ondergaan. Derhalve is niet aannemelijk geworden dat bij verzoeker sprake is van een levensbedreigende situatie waardoor zijn terugkeer naar Venezuela strijd met artikel 3 EVRM zou opleveren.
5. Het verzoek moet daarom worden afgewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.