In deze zaak heeft verzoekster, een inwoner van Aruba, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba tegen de naamloze vennootschap DERCOL CONSTRUCTION & SERVICES N.V. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, verzoekt onder andere om het ontslag dat haar op 2 december 2017 is gegeven nietig te verklaren en om (door)betaling van haar loon totdat haar dienstverband rechtsgeldig is beëindigd. De verweerster, DERCOL, vertegenwoordigd door mr. R.A. Wix, heeft verweer gevoerd en concludeert tot afwijzing van het verzoek.
De procedure is gestart met een verzoekschrift en een verweerschrift. Tijdens de zitting op 9 april 2019 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Verzoekster heeft aangegeven dat zij op 13 november 2017 in dienst is getreden op basis van een mondelinge arbeidsovereenkomst, maar deze stelling is door DERCOL bestreden. Verzoekster heeft bewijslevering aangeboden, wat door het Gerecht is gehonoreerd. De zaak is verwezen naar een zitting waar maximaal drie getuigen kunnen worden gehoord.
Het Gerecht heeft verzoekster verlof tot kosteloos procederen verleend, gezien haar onvermogen om de kosten van de procedure te dragen. De zaak is aangehouden in afwachting van de bewijslevering. De uitspraak is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur en is openbaar uitgesproken op 21 mei 2019.