ECLI:NL:OGEAA:2019:3

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 januari 2019
Publicatiedatum
15 januari 2019
Zaaknummer
AUA 201801017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van rechtshandeling wegens misbruik van omstandigheden in nalatenschapskwestie

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers een vordering ingediend tot vernietiging van de rechtshandeling waarbij zij op 16 april 2015 de nalatenschap van hun oma, [naam legator], hebben verworpen. De eisers, die allen in Aruba wonen, stellen dat deze rechtshandeling tot stand is gekomen onder invloed van misbruik van omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De eisers waren jong en onervaren en hebben op het advies van gedaagde sub 1 vertrouwd, die hen onterecht heeft voorgelicht over de financiële situatie van de nalatenschap. Gedaagde sub 1, die een vertrouwensband met de eisers had opgebouwd, heeft hen in 2014 verteld dat de nalatenschap alleen uit schulden bestond, wat hen heeft bewogen om de nalatenschap te verwerpen. Pas na een brief van de executeur-testamentair in 2017 realiseerden de eisers zich dat zij onder invloed van een wilsgebrek hadden gehandeld.

Tijdens de zitting heeft gedaagde sub 1 de door eisers gestelde feiten niet betwist, waardoor deze als onbetwist vaststaan. Het Gerecht oordeelt dat de rechtshandeling van de eisers tot verwerping van de nalatenschap door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Gedaagde sub 1 had moeten begrijpen dat de eisers, door hun vertrouwensband en afhankelijkheid, niet in staat waren om een weloverwogen beslissing te nemen. Het Gerecht heeft de vordering van eisers toegewezen en de rechtshandeling vernietigd. Tevens is besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 9 januari 2019 door mr. S. Verheijen.

Uitspraak

Vonnis van 9 januari 2019
Behorend bij A.R. AUA 201801017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:

1.[Eiseres I],

2. [Eiser II],

3. [Eiseres III],

allen wonende in Aruba,
EISERS,
gemachtigden: de advocaten mrs. G. de Hoogd en R.A. Wix,
tegen:

1.[Gedaagde I] ,

wonende in Aruba,
procederend in persoon,

2. [Gedaagde II],

wonende in Nederland,
gemachtigden: de advocaten mrs. E.H.J. Martis en M.D. Tromp,

3. [Gedaagde III],

wonende in Aruba,
gemachtigde: de advocaat mr. L.D. Gomez,

4. [Gedaagde IV],

wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
gemachtigden: de advocaten mrs. E.H.J. Martis en M.D. Tromp,

5. [Gedaagde V]

wonende in Aruba,
procederend in persoon,
GEDAAGDEN.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusies van antwoord;
- de nadere producties van de zijde van eisers en van gedaagde sub 1;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 10 december 2018.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
Eisers vorderen dat het Gerecht - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - de rechtshandeling van 16 april 2015 strekkende tot verwerping door eisers van de nalatenschap van [naam legator], vernietigt op grond van dwaling, althans bedrog, althans misbruik van omstandigheden en gedaagden veroordeelt de gevorderde vernietiging te gehengen en te gedogen, met veroordeling van gedaagde sub 1 in de proceskosten.
2.2
Eisers leggen hieraan – kort gezegd – feitelijk ten grondslag dat:
- gedaagde sub 1 sinds het overlijden op 15 juli 1999 van hun vader (de broer van gedaagde sub 1) als een soort vaderfiguur voor de toentertijd minderjarige eisers heeft gezorgd;
- gedaagde sub 1 meebetaalde in de studiekosten en verzorging van eisers;
- gedaagde sub 1 een zeker overwicht op eisers had;
- gedaagde sub 1 eisers in 2014 in strijd met de waarheid heeft voorgehouden dat de nalatenschap van [naam legator] (hun oma) slechts uit schulden bestond en dat zij konden worden aangesproken door schuldeisers van de nalatenschap;
- eisers, die jong en onervaren waren (net meerderjarig), op het woord en in de goede intenties van gedaagde sub 1 vertrouwden en aldus op advies en met hulp van de advocaat van gedaagde sub 1 de nalatenschap van hun oma op 16 april 2015 hebben verworpen;
- eisers eerst naar aanleiding van de brief van 23 augustus 2017 van de executeur- testamentair realiseerden dat de rechtshandeling strekkende tot verwerping van de nalatenschap van hun oma onder invloed van een wilsgebrek tot stand was gekomen.
2.3
Vastgesteld wordt dat gedaagde sub 1 de hiervoor door eisers gestelde feiten en omstandigheden niet (langer) betwist. Ter terechtzitting heeft gedaagde sub 1 zich immers uitdrukkelijk op het standpunt gesteld dat hij deze door eisers geschetste gang van zaken niet betwist. Aldus staan de hiervoor onder 2.2 genoemde feiten en omstandigheden als onbetwist tussen partijen vast. Naar het oordeel van het Gerecht volgt uit deze gang van zaken dat bedoelde rechtshandeling strekkende tot verwerping door eisers van de nalatenschap, door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Gedaagde sub 1 heeft moeten begrijpen dat eisers door bijzondere omstandigheden, te weten de gevoelde vertrouwensband en afhankelijkheid op grond waarvan eisers volledig vertrouwden op de mededelingen en het advies van gedaagde sub 1, werden bewogen tot het verrichten van de rechtshandeling strekkende tot verwerping van de nalatenschap van hun oma, terwijl gedaagde sub 1 wist dat hij eisers had behoren te weerhouden van het verrichten van deze rechtshandeling.
2.4
De vordering van eisers die strekt tot vernietiging van de rechtshandeling van het verwerpen door eisers van de nalatenschap van hun oma, omdat deze door misbruik van omstandigheden - als bedoeld in artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba - is verricht, dient dan ook te worden toegewezen.
2.5
Het Gerecht ziet in de aard van het geschil aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht:
vernietigt de rechtshandeling van 16 april 2015 strekkende tot verwerping door eisers van de nalatenschap van [naam legator] (overleden op 17 november 2011);
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Verheijen, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.