ECLI:NL:OGEAA:2019:297
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- rechter in dit gerecht
- Rechtspraak.nl
Ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap en erkenning van de biologische vader
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de moeder verzocht om de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. De procedure begon met een beschikking van 2 oktober 2018, waarin de moeder werd uitgenodigd om nadere stukken in te dienen. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2019 was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, en de bijzondere curator was vertegenwoordigd door een raadsonderzoeker. De moeder heeft verschillende stukken ingediend, waaronder een rapport van het I.L. Laboratorio Familiar N.V. dat aantoont dat de man niet de biologische vader van de minderjarige is. Het gerecht heeft vastgesteld dat de biologische vader, de heer [naam biologische vader], met een zekerheid van 99,99999998% de vader is van de minderjarige.
De moeder heeft ook verzocht om vast te stellen dat er een nauwe persoonlijke betrekking is tussen de minderjarige en de biologische vader, zodat deze de minderjarige kan erkennen. Het gerecht overweegt dat, volgens het Burgerlijk Wetboek van Aruba, erkenning nietig is als deze na de wettelijke termijn van aangifte van geboorte is gedaan, tenzij de man de biologische vader is of er een nauwe persoonlijke betrekking is. Aangezien de biologische vader met zekerheid de vader is, is het niet nodig om een nauwe persoonlijke betrekking vast te stellen. Dit verzoek is afgewezen.
De beslissing van het gerecht was als volgt: de ontkenning van het vaderschap van de man is gegrond verklaard, en het verzoek om erkenning door de biologische vader is afgewezen. De beschikking is gegeven ter zitting op 21 mei 2019.