ECLI:NL:OGEAA:2019:293
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielverzoek op basis van gebrek aan gegronde vrees voor vervolging
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 mei 2019 uitspraak gedaan over een verzoek ex artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van een Venezolaanse verzoeker. De verzoeker had op 20 maart 2019 een asielaanvraag ingediend, welke door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie was afgewezen op 27 maart 2019. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en heeft op 2 april 2019 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht. Tijdens de zitting op 29 april 2019 is de zaak behandeld, waarbij de verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde drs. M.L. Hassell, en de verweerder vertegenwoordigd was door drie gemachtigden van DIMAS.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde vrees voor vervolging heeft in Venezuela. De verzoeker heeft verklaard dat hij bedreigd is door mannen in burgerkleding, maar het gerecht oordeelt dat deze bedreigingen niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een reëel risico op vervolging. De verzoeker heeft na de bedreigingen in Venezuela kunnen blijven en heeft het land op legale wijze kunnen verlaten. De rechter concludeert dat er geen grond is voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek af. De uitspraak is definitief, er staat geen rechtsmiddel open.