ECLI:NL:OGEAA:2019:291

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 mei 2019
Publicatiedatum
6 juni 2019
Zaaknummer
AUA201900254
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen fictieve beslissing op bezwaarschrift inzake intrekking hindervergunning Windpark Urirama N.V.

In deze zaak heeft Windpark Urirama N.V. op 11 juli 2018 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie van 1 juni 2018, waarbij de eerder verleende hindervergunning voor het exploiteren van een windpark te Urirama is ingetrokken. Appellante heeft op 24 januari 2019 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, omdat er geen beslissing was genomen op haar bezwaarschrift. De minister heeft geen verweerschrift ingediend en de uitspraak is op 20 mei 2019 gedaan.

Het Gerecht overweegt dat appellante niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift. De beroepstermijn, die op 28 november 2018 verstreken was, kan niet worden verlengd door het aanvullen van de gronden van het bezwaar meer dan twee maanden na indiening van het pro-forma bezwaarschrift. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is vastgesteld in de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) en is van openbare orde, wat betekent dat hier niet zonder meer van kan worden afgeweken.

Appellante is in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat zij het beroepschrift tijdig heeft ingediend, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Gezien het feit dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, heeft het Gerecht besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door rechter N.K. Engelbrecht en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 20 mei 2019
Lar nr. AUA201900254
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
Windpark Urirama N.V.,
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde de advocaat: mr. ir. T.L.H. Peeters,
gericht tegen:
de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 11 juli 2018 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van verweerder van 1 juni 2018, waarbij de eerder bij beschikking van 19 oktober 2015 aan haar verleende hindervergunning voor het exploiteren van een windpark te Urirama, is ingetrokken.
Tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift heeft appellante op 24 januari 2019 beroep ingesteld bij het gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het beroep strekt ertoe de fictieve beslissing op het bezwaarschrift te vernietigen en te bepalen dat verweerder een reële beslissing zal nemen op het bezwaarschrift.
2.2
Het gerecht overweegt dat appellante niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
Gelet op de artikelen 15, onderdeel a, 19, eerste lid, 20, eerste lid, en 27, tweede lid, van de Lar, kan een beroepschrift binnen twintig weken na het indienen van het bezwaarschrift worden ingediend. In dit geval is de beroepstermijn op 28 november 2018 verstreken. Het beroepschrift is hierna ingediend.
Dat appellante ruim twee maanden na indiening van haar pro-forma bezwaarschrift, de gronden waarop haar bezwaar rust heeft aangevuld, brengt niet met zich dat de termijn om een beslissing op het bezwaarschrift te nemen pas op dat moment begint te lopen. Die termijn begint immers te lopen op het moment dat het bezwaarschrift wordt ingediend.
Dat de Bezwaaradviescommissie van de Lar bij brief van 14 december 2018 te kennen heeft gegeven gebruik te zullen maken van de verlengingsmogelijkheid van artikel 19, lid 2 van de Lar, brengt evenmin met zich dat de beroepstermijn, die op dat moment reeds was verlopen, wordt verlengd. De in de Lar genoemd termijnen zijn immers van openbare orde en daarvan kan niet zonder meer worden afgeweken.
2.3
Bij brief van 12 februari 2019 is appellante, op de voet van artikel 28, derde lid van de Lar, in de gelegenheid gesteld om aannemelijk te maken dat zij het beroepschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden. Appellante heeft van de haar geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.4
Ingevolge artikel 32, onderdeel a, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen, indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het gerecht zal dan ook als volgt beslissen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 20 mei 2019, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.