ECLI:NL:OGEAA:2019:28

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 januari 2019
Publicatiedatum
17 januari 2019
Zaaknummer
AUA201803646
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en vertrouwensbreuk

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap PLANT HOTEL N.V., h.o.d.n. ARUBA MARRIOTT RESORT & STELLARIS CASINO (verzoekster, hierna: Marriott) en een werknemer (verweerder, hierna: [verweerder]). De werknemer was op 28 augustus 2012 in dienst getreden en was laatstelijk werkzaam als bellman. Op 7 juni 2018 werd hij geschorst in afwachting van een onderzoek, en op 12 juni 2018 werd hij op staande voet ontslagen wegens het schenden van de regels omtrent het verblijf op het terrein van Marriott tijdens zijn vrije tijd. Het ontslag volgde op incidenten waarbij de werknemer zonder toestemming op het terrein van het hotel was en in het bezit was van een kamersleutel, wat leidde tot een vertrouwensbreuk tussen partijen.

Marriott verzocht het Gerecht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding. Het Gerecht oordeelde dat de feiten die door Marriott waren aangevoerd, voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een onherstelbare vertrouwensbreuk. Het Gerecht overwoog dat de werknemer niet had kunnen afleiden dat hij toestemming had om op het terrein van het hotel te verblijven en dat zijn handelen, waarbij hij een kamersleutel had en deze gebruikte, niet kon worden goedgekeurd. De vertrouwensbreuk was geheel te wijten aan het gedrag van de werknemer, waardoor het Gerecht geen vergoeding toekende.

De uitspraak van het Gerecht was dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2019 werd ontbonden en dat de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

Beschikking van 15 januari 2019
Behorend bij E.J. AUA201803646
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
PLANT HOTEL N.V. h.o.d.n. ARUBA MARRIOTT RESORT & STELLARIS CASINO,
gevestigd in Aruba,
verzoekster, hierna te noemen: Marriott,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.
tegen:
[naam verweerder],
wonende in Aruba,
verweerder, hierna te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. S.M. Paesch,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van Marriott;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van [verweerder];
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 11 december 2018.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verweerder] is op 28 augustus 2012 in dienst getreden bij Marriott laatstelijk in de functie van bellman, tegen een bruto loon van laatstelijk Afl. 9,30 per uur.
2.2
Op 7 juni 2018 is [verweerder] geschorst in afwachting van een onderzoek. Bij brief van 12 juni 2018 is [verweerder] op staande voet ontslagen, omdat hij in zijn vrije tijd op het terrein van Marriott bevond zonder voorafgaande toestemming van Marriott.
2.3
In die ontslagbrief staat, voor zover hier van belang:

On June 5, 2018, around 12:30am, you were seen exiting a guest elevator at the [naam club] with two ladies. Since this was your off day, and employees are not allowed to be on company premises during their off time unless with prior approval, and under no circumstances are employees allowed to visit guest room, this prompted an investigation.
(…) on June 3, 2018, you are also seen entering our [naam club] lobby with a lady, and entering the guest elevator. This happened around 10:54pm.
(…)
As you are aware, employees are not allowed to be on premises on their off time, unless with prior written approval of a manager. You did not have this approval. Furthermore, employees are under no circumstances allowed to be in guest’ rooms on their off time. This was explained to you several times during your employment and, more recently on March 29, 2018. During this meeting, the importance of strictly abiding to the rules with regards to being on property during your off time, and not being allowed to visit guest in their hotel rooms, was stressed to all employees. Furthermore, under no circumstances are employees to have keys assigned and issued to guests in their own possession.
(…)
The incidents of June 3rd, 2018, and June 5th, 2018, individually as well as jointly, as well as in connection with previous incidents as mentioned above, have caused the company to lose all trust in you and constitutes an urgent for the immediate termination of the labor agreement with the company as per today, June 12, 2018.
2.4 [
verweerder] heeft bij brief van 8 juni 2018, voor zover hier van belang, onder meer verklaard:

I understood that I was suspended pending investigation for visiting a friend who is a guest here at [naam club], while I didn’t have the on property permission form, However as it was the guest who invited me to go to his room to teach me how to make Stromboli, I had the permission of the guest to be on property in his room and didn’t think I need the on property permission form. I thought you only need this form when you come to a restaurant after your shift.
(…)
I confirm that I attended the updated handbook roll out; however don’t remember that it was said that I’m not allowed to go into guest rooms after my shift.(…)
2.5
Bij brief van 20 juni 2018 heeft [verweerder] de nietigheid van het ontslag ingeroepen. De bodemprocedure is bij dit Gerecht bekend onder nummer AUA201802546. Daarin is nog geen uitspraak gegeven.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
Marriott verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder], voorwaardelijk, voor het geval deze nog mocht bestaan, met onmiddellijke ingang, dan wel op een door het Gerecht te bepalen moment, te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad, van [verweerder] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Marriott grondt het verzoek, samengevat, erop dat [verweerder] de voor het personeel geldende regels omtrent het verblijf op de terreinen van Marriott heeft geschonden en dat hij gedurende langere tijd, zonder dat Marriott hiervan op de hoogte was, in het bezit van een kamersleutel is geweest, die hij (al dan niet met instemming van de betreffende gast) heeft verkregen via de front desk. Van die sleutel heeft hij ook meermalen gebruik gemaakt, onder meer door in de late avonduren vrouwen naar en van de kamer van de betreffende gast te brengen c.q. op te halen.
3.3 [
verweerder] voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het Gerecht heeft te oordelen over de vraag of de door Marriott voorgedragen feiten - het zich niet houden aan de verblijfsregels voor het personeel, het bij zich hebben van een kamersleutel, die hij zelf heeft gekregen van de front desk en het gebruik daarvan, onder meer door derden van en naar de kamer van een gast te brengen - voldoende is voor een dringende reden dan wel een wijziging van omstandigheden oplevert die ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zo deze nog mocht bestaan, rechtvaardigt.
4.2
Het Gerecht acht hierbij van belang dat het dienstverband van [verweerder] betrekkelijk rimpelloos is verlopen - behoudens een enkele waarschuwing van enige tijd geleden. Het Gerecht zal er dan ook vanuit gaan dat zonder de incidenten in de maand juni 2018 er geen aanleiding was geweest om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te beëindigen.
4.3
Dat de verwijten van Marriott kloppen, voor zover het de feitelijke gang van zaken betreft, is door [verweerder] niet bestreden. Wel voert hij aan dat hij aan de front desk heeft meegedeeld dat hij een sleutel voor een klant wilde hebben en dat hij die toen gekregen heeft, waaruit hij afleidde dat hij daarmee ook toestemming had om buiten werktijd aanwezig te zijn op het terrein van Marriott.
4.4
Indien het alleen zou gaan om de overtreding van de verblijfsregels kan worden geoordeeld dat dit onvoldoende is voor de sanctie van ontbinding. Daarbij komt echter het bij zich houden van een kamersleutel en het gebruik daarvan - kennelijk om een gast op een door hem gewenste wijze van dienst te zijn. Dat Marriott dit ontoelaatbaar acht, is alleszins te begrijpen, nu zij ook heeft te waken over de veiligheid van hen die in het hotel verblijven en regels mag stellen ter bescherming van haar reputatie. Uit de enkele mededeling door [verweerder] aan een medewerker van de front desk dat hij een sleutel wilde hebben voor een gast mocht [verweerder] geen instemming van Marriott afleiden om buiten werktijd op het terrein te verblijven en al helemaal niet om zelf van die sleutel gebruik te maken.
4.5
Deze handelswijze levert naar het oordeel van het Gerecht een gewichtige reden op, namelijk een onherstelbare vertrouwensbreuk, zijnde een wijziging van omstandigheden. Voor ontbinding wegens een dringende reden ziet het Gerecht geen ruimte. Daarbij wordt betrokken dat het verdere dienstverband van [verweerder] geen aanleiding tot het maken van bijzondere opmerkingen. Ook de grote servicegerichtheid van [verweerder], die wellicht geleid heeft tot onderhavig gedrag wordt hierin meegenomen. Marriott moet er echter op kunnen vertrouwen dat (essentiële) regels worden nageleefd. Dat vertrouwen heeft [verweerder] beschaamd.
4.6
Nu de vertrouwensbreuk geheel te wijten is aan [verweerder], zal het Gerecht geen vergoeding toekennen. Omdat het verzoek van Marriott in na te melden zin wordt toegewezen, behoeft haar geen termijn te worden gegeven om het verzoek in te trekken.
4.7
Het Gerecht ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren.

5.DE UITSPRAAK:

Het Gerecht:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog mocht bestaan, met ingang van 1 februari 2019;
compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 15 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.