In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap PLANT HOTEL N.V., h.o.d.n. ARUBA MARRIOTT RESORT & STELLARIS CASINO (verzoekster, hierna: Marriott) en een werknemer (verweerder, hierna: [verweerder]). De werknemer was op 28 augustus 2012 in dienst getreden en was laatstelijk werkzaam als bellman. Op 7 juni 2018 werd hij geschorst in afwachting van een onderzoek, en op 12 juni 2018 werd hij op staande voet ontslagen wegens het schenden van de regels omtrent het verblijf op het terrein van Marriott tijdens zijn vrije tijd. Het ontslag volgde op incidenten waarbij de werknemer zonder toestemming op het terrein van het hotel was en in het bezit was van een kamersleutel, wat leidde tot een vertrouwensbreuk tussen partijen.
Marriott verzocht het Gerecht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding. Het Gerecht oordeelde dat de feiten die door Marriott waren aangevoerd, voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een onherstelbare vertrouwensbreuk. Het Gerecht overwoog dat de werknemer niet had kunnen afleiden dat hij toestemming had om op het terrein van het hotel te verblijven en dat zijn handelen, waarbij hij een kamersleutel had en deze gebruikte, niet kon worden goedgekeurd. De vertrouwensbreuk was geheel te wijten aan het gedrag van de werknemer, waardoor het Gerecht geen vergoeding toekende.
De uitspraak van het Gerecht was dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 februari 2019 werd ontbonden en dat de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.