ECLI:NL:OGEAA:2019:276
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Voogdijraad toevertrouwen en schorsing gezag ouder in het belang van de minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 14 mei 2019 een beschikking gegeven op vordering van het Openbaar Ministerie. De zaak betreft de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige dochter aan de voogdijraad, alsook de schorsing van het gezag van de moeder. De minderjarige, geboren op 15 december 2002 in Nederland, heeft aangegeven niet terug naar huis te willen omdat zij zich daar niet veilig voelt. De voogdijraad heeft geregeld dat zij kan worden opgevangen in een tienermoederhuis in Nederland.
De procedure begon met een beschikking van 5 februari 2019, waarin het gerecht al had overwogen dat het Openbaar Ministerie, indien noodzakelijk in het belang van de minderjarige, het kind aan het gezag van de ouder kan onttrekken. Na een heropening van het onderzoek op 19 maart 2019, waarbij de minderjarige is gehoord, is de uitspraak op 14 mei 2019 gedaan. De rechter heeft vastgesteld dat de gronden voor de voorlopige maatregel aannemelijk zijn en dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder voor zes maanden uit het gezag wordt geschorst.
De beschikking bepaalt dat de voorlopige toevertrouwing aan de voogdijraad van kracht blijft tot zes maanden na de datum van de beschikking en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is genomen door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.