ECLI:NL:OGEAA:2019:264
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Kort geding over nietigverklaring en verklaring voor recht in nalatenschapskwestie
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, procederend in persoon, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die optreedt als executeur-testamentair in de nalatenschap van de overledene. De procedure vond plaats op 5 april 2019, waar beide partijen in persoon verschenen en hun standpunten hebben toegelicht. Eiser vorderde onder andere de nietigverklaring van een verzoek van gedaagde en een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld, wat gedaagde betwistte.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 8 mei 2019 geoordeeld dat de door eiser gevraagde nietigverklaring niet mogelijk is in kort geding, en dat ook de gevraagde verklaring voor recht niet kan worden gegeven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiser spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek, maar heeft de vorderingen van eiser afgewezen. Eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op nihil, aangezien gedaagde niet door een advocaat werd bijgestaan. Het Gerecht heeft tevens bepaald dat gedaagde de door hem aan deze zaak bestede uren ten laste mag brengen van de nalatenschap van de overledene, zoals eerder bepaald in een beschikking van 24 april 2018.