ECLI:NL:OGEAA:2019:264

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 mei 2019
Publicatiedatum
14 mei 2019
Zaaknummer
AUA201900904
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nietigverklaring en verklaring voor recht in nalatenschapskwestie

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, procederend in persoon, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die optreedt als executeur-testamentair in de nalatenschap van de overledene. De procedure vond plaats op 5 april 2019, waar beide partijen in persoon verschenen en hun standpunten hebben toegelicht. Eiser vorderde onder andere de nietigverklaring van een verzoek van gedaagde en een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld, wat gedaagde betwistte.

Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 8 mei 2019 geoordeeld dat de door eiser gevraagde nietigverklaring niet mogelijk is in kort geding, en dat ook de gevraagde verklaring voor recht niet kan worden gegeven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat eiser spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek, maar heeft de vorderingen van eiser afgewezen. Eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op nihil, aangezien gedaagde niet door een advocaat werd bijgestaan. Het Gerecht heeft tevens bepaald dat gedaagde de door hem aan deze zaak bestede uren ten laste mag brengen van de nalatenschap van de overledene, zoals eerder bepaald in een beschikking van 24 april 2018.

Uitspraak

Vonnis van 8 mei 2019
Behorend bij K.G. AUA201900904
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
procederend in persoon,
tegen:
[gedaagde] in zijn hoedanigheid van executeur-testamentair in de nalatenschap van [overledene],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde] q.q.,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties;
-de beslissing van dit Gerecht dat de mondelinge behandeling van de zaak zal worden gehouden op de terechtzitting van vrijdag 5 april 2019 om 10:30 uur.
1.2 [
eiser] en [gedaagde] q.q. zijn in persoon ter terechtzitting verschenen. Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd, [gedaagde] q.q. mede aan de hand van toegelaten producties en overgelegde pleitaantekeningen, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
[eiser] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-het bij partijen genoegzaam bekende verzoek van [gedaagde] q.q. om voorschot (hierna: het verzoek) af wijst en nietig verklaart;
-voor recht verklaart dat [gedaagde] q.q. onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] en dat [gedaagde] q.q. aansprakelijk is voor de door [eiser] als gevolg daarvan geleden schade.
2.2 [
gedaagde] q.q. voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiser] verzochte.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
eiser] heeft gesteld dat hij spoedeisend belang heeft bij de door hem verzochte voorzieningen. Die stelling heeft [gedaagde] q.q. niet bestreden, en wordt daarom aangenomen.
3.2
De door [eiser] verzochte nietigverklaring moet - wat van de inhoud van dat verzoek ook zij - worden afgewezen, nu in het algemeen geldt dat nietigverklaring in kort geding niet mogelijk is.
3.3
De door [eiser] verzochte afwijzing van het verzoek zal eveneens worden afgewezen, nu dat verzoek reeds rechterlijk is toegewezen.
3.4
De door [eiser] verzochte verklaring voor recht moet ook worden afgewezen, nu in het algemeen geldt dat in kort geding geen verklaring voor recht gegeven kan worden.
3.5 [
eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [gedaagde] q.q., tot aan deze uitspraak begroot op nihil nu [gedaagde] q.q. in deze procedure niet werd bijgestaan door een advocaat. Hierbij heeft te gelden dat [gedaagde] q.q. de door hem aan deze zaak bestede uren ten laste mag brengen van het bij partijen genoegzaam bekende dossier waarin hij is benoemd als executeur-testamentair, in welk licht [gedaagde] q.q. onbetwist heeft gesteld dat hij inclusief de mondelinge behandeling daarvan vijf uren heeft besteed aan deze zaak. Het Gerecht zal in dit verband verstaan als na te melden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-wijst af het door [eiser] verzochte;
-veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [gedaagde] q.q., tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
-verstaat dat [gedaagde] q.q. de door hem aan deze zaak bestede vijf uren ten laste mag brengen van de nalatenschap van [overledene] overeenkomstig het bepaalde door dit Gerecht bij beschikking van 24 april 2018 in de zaak met als zaaknummer AUA201800078.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M van de Leur rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 mei 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.