ECLI:NL:OGEAA:2019:258
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad afgewezen na flyboard-incident
In deze zaak vorderde eiser, een inwoner van de Verenigde Staten, schadevergoeding van gedaagde, een aanbieder van flyboard-activiteiten in Aruba, op grond van onrechtmatige daad. Eiser had tijdens zijn vakantie in Aruba, van 17 tot en met 24 november 2013, deelgenomen aan een flyboard-activiteit. Na afloop van deze activiteit klaagde hij over hoofdpijn en werd op 1 december 2013 in de Verenigde Staten opgenomen in het ziekenhuis vanwege een beroerte, wat leidde tot blijvende gezondheidsschade. Eiser stelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door hem tot grote hoogtes op te stuwen, waardoor hij met zijn hoofd op het water viel en uiteindelijk een beroerte kreeg.
Gedaagde voerde verweer en betwistte de aansprakelijkheid. Het gerecht merkte op dat eiser inconsistent was in zijn verklaringen over de hoogte die hij had bereikt tijdens het flyboarden en dat er geen bewijs was dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld. Het gerecht concludeerde dat flyboarden inherent risico met zich meebrengt, maar dat dit niet automatisch betekent dat de aanbieder aansprakelijk is voor eventuele schade. Eiser had bovendien zelf de keuze gemaakt om door te gaan met de activiteit, ondanks dat hij zich niet goed voelde.
Uiteindelijk wees het gerecht de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken op 8 mei 2019 door rechter J. Sap.