ECLI:NL:OGEAA:2019:254
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een woning door een moeder tegen haar zoon in kort geding
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, de moeder van gedaagde, een kort geding aangespannen met als doel gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning die in eigendom toebehoort aan haar. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 5 april 2019 werd ingediend, gevolgd door een zitting op 26 april 2019 waar beide partijen aanwezig waren. Eiseres vorderde dat gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen, omdat hij zonder recht of titel gebruik maakte van de woning en bovendien openstaande rekeningen niet had betaald.
De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. Eiseres heeft voldoende belang bij de ontruiming, aangezien zij zelf in de woning wil verblijven. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde geen verweer heeft gevoerd tegen de ontruiming en dat zijn argumenten over gemaakte kosten voor onderhoud van de woning niet relevant zijn voor de vraag of hij recht heeft op verblijf in de woning. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld om binnen vier weken de woning te ontruimen.
Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 3.800,- aan eiseres, wat betreft de schade die eiseres heeft geleden. De rechter heeft geen dwangsom opgelegd, omdat eiseres zelf de ontruiming kan laten uitvoeren door een deurwaarder. De proceskosten zijn voor gedaagde, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. Dit vonnis is uitgesproken op 8 mei 2019 door mr. S. Verheijen in aanwezigheid van de griffier.