ECLI:NL:OGEAA:2019:253
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake huurovereenkomst tussen Aruba Villas N.V. en het Land Aruba met betrekking tot bedrijfsgebouw te Barcadera
In deze zaak heeft Aruba Villas N.V. (eiseres) het Land Aruba (gedaagde) aangeklaagd om de nakoming van een huurovereenkomst die op 22 september 2017 is gesloten. De huurovereenkomst betreft de huur van een bedrijfsgebouw te Barcadera, dat door Aruba Villas is gebouwd. Eiseres vordert dat het Land wordt veroordeeld om de huurpenningen van Afl. 67.752,00 per maand te blijven betalen, en om zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst na te komen. Het Land verzet zich tegen de vordering en stelt dat de huurovereenkomst nietig is wegens strijd met de openbare orde, omdat deze zou zijn gesloten in het kader van zogenaamd afscheidsbeleid, vlak voor een bestuurswisseling.
De rechter heeft de argumenten van het Land beoordeeld en geconcludeerd dat er geen voldoende bewijs is voor de stelling dat de huurovereenkomst nietig is. De rechter oordeelt dat de omstandigheden die het Land aanvoert, niet voldoende zijn om de huurovereenkomst ongeldig te verklaren. De rechter wijst erop dat de huurovereenkomst op advies van de Directie Infrastructuur en Planning tot stand is gekomen en dat de overeengekomen huurprijs niet als exorbitant hoog kan worden aangemerkt. De rechter heeft de vordering van Aruba Villas toegewezen en het Land veroordeeld om zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst na te komen, evenals in de proceskosten van Aruba Villas.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Verheijen op 8 mei 2019, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.