Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
“during the term of this agreement a purchase agreement concerning the real property is concluded”.Eveneens is de commissie verschuldigd, indien de overeenkomst wordt beëindigd voordat het huis is verkocht, maar wel binnen zes maanden na het einde van de overeenkomst aan één van de belangstellenden wordt verkocht waarmee MPG over het huis heeft onderhandeld.
“Omg what about the people still with the bank? Ok will let them know and will take it off the market. Thank you for letting me know.”en diezelfde dag, iets later: “
will send you my bill”, waarop [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] laat weten: “
Okies”.
“Hi [naam], do you have an answer regarding selling the house?”,waarop [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] diezelfde dag reageert met de opmerking:
“Give me till tomorrow afternoon”, waarna zij op 15 februari 2018 aan MPG bericht:
“I want you to help me with the ontbindingsbrief. I won’t sell the house”.
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
4.DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
“concluded”is, wat, gezien de bewoordingen van de overeenkomst betekent: voltooid is. In art. 5 van de overeenkomst wordt immers gesproken over een
“signed provisional purchase agreement”(voorlopig koopcontract) en ook de tekst van art. 4, waarin is opgenomen dat de notaris is gemachtigd om het provisiebedrag aan MPG te betalen, duidt op het moment van overdracht van het verkochte goed. Het andersluidende standpunt van MPG wordt verworpen.
in 3 weeks upon obtaining the finances from the bank,maar niet later dan 15 januari 2018. Dat betekent dat tot dat moment er geen mogelijkheid bestond om de kopers aan te spreken, terwijl uit de correspondentie tot 26 januari 2018 niet blijkt dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] al eerder van de koop af wilde. Er bestond, gezien de op 15 januari 2018 kennelijk aanwezige (c.q. gerechtvaardigd veronderstelde) wil bij [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] om te leveren, geen reden voor MPG om een scherpe koers te varen in de richting van de kopers en ook blijkt niet dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] daarop heeft aangestuurd.
“clients”heeft genoemd, een taxatie heeft laten verrichten en contact met de bank heeft onderhouden. Ook zouden de kopers over de gegevens van de correspondentie tussen [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] en MPG hebben beschikt. Zij verwijst daartoe naar de artikelen 7:417 en 7:427 BW. Ook dit verwijt wordt door het Gerecht verworpen. Bij de totstandkoming van de koopovereenkomst heeft MPG de belangen van [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] behartigd. Die heeft niet gesteld dat MPG ook toen al de belangen van de kopers heeft behartigd - dat is overigens ook niet gebleken. Dat MPG mogelijk (dit staat geenszins vast) ook heeft bemiddeld bij het verkrijgen van een taxatierapport en contact heeft gehouden met de bank kan niet als het dienen van twee heren worden gezien, omdat MPG er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat [eiseres in conventie en verweerster in reconventie] (in ieder geval tot 26 januari 2018) wilde dat de koopovereenkomst zou worden uitgevoerd en in dat licht mag ook de gestelde bemoeienis met de kopers worden gezien. Ten slotte staat niet vast dat MPG (kennelijk nadat een conflict met de kopers was ontstaan) informatie heeft verstrekt en dat dit relevant is voor de in het onderhavige geschil te behandelen vraag.