Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
.
.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek van [verzoeker] tegen zijn werkgever, Willy Pool Service and Supplies N.V., naar aanleiding van een ontslag op staande voet. [verzoeker] was sinds 6 januari 2009 in dienst als 'Pool Attendant' en werd op 30 augustus 2018 ontslagen na een discussie tijdens een werkoverleg. De werkgever stelde dat [verzoeker] zich onprofessioneel had gedragen, wat leidde tot het ontslag. [verzoeker] betwistte de beschuldigingen en stelde dat er geen dringende reden was voor zijn ontslag. Hij verzocht de rechter om te verklaren dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk was, en eiste schadevergoeding voor niet nagekomen opzegtermijn en andere vergoedingen.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en een zitting op 12 maart 2019. De rechter oordeelde dat de werkgever de stelplicht en bewijslast had om aan te tonen dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag. De rechter heeft besloten dat Willy Pool in de gelegenheid wordt gesteld om getuigen te laten horen die kunnen bevestigen dat [verzoeker] zich heeft gedragen zoals in de ontslagbrief is beschreven. Een getuigenverhoor is gepland op 28 mei 2019. De rechter heeft verdere beslissingen aangehouden tot na het getuigenverhoor.