Uitspraak
3.DE VORDERING
.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de vennootschap Sharp Point Development V.B.A. (hierna: Sharp) een kort geding aangespannen tegen het Land Aruba. Sharp vorderde dat het gerecht de opzegging van haar erfpachtrecht ongedaan zou maken, omdat deze nietig zou zijn wegens het niet tijdig betekenen aan de hypotheekhouder, Arubabank. De erfpachtovereenkomst was op 5 juli 2017 gesloten en de opzegging door het Land vond plaats op 15 november 2018, waarbij Sharp in gebreke was gesteld voor het niet voldoen aan haar bebouwingsverplichting.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 28 maart 2019, waarbij partijen hun standpunten naar voren brachten. Sharp stelde dat de opzegging nietig was omdat deze niet binnen de vereiste termijn aan Arubabank was betekend, terwijl het Land betoogde dat de opzegging rechtsgeldig was. Het gerecht oordeelde dat de opzegging nietig was, omdat het Land de opzegging niet binnen acht dagen aan Arubabank had betekend, zoals vereist door de wet. Hierdoor werd de vordering van Sharp toegewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die werden afgewezen.
Het gerecht heeft het Land bevolen om de opzegging ongedaan te maken en Sharp volmacht verleend om dit te doen indien het Land niet binnen veertien dagen aan het bevel voldeed. Tevens werd het Land veroordeeld in de proceskosten van Sharp. Dit vonnis werd uitgesproken op 10 april 2019 door rechter mr. J. Sap.