ECLI:NL:OGEAA:2019:221
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gerecht in verband met arbitragebeding in huurovereenkomst
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is gebracht, heeft eiseres, een naamloze vennootschap gevestigd in Aruba, een vordering ingesteld tegen twee gedaagden uit Venezuela. De vordering betreft schade aan een gehuurde woning, tekort aan betaalde huurpenningen en verleende services, voortvloeiend uit een huurovereenkomst die op 15 november 2015 is aangegaan en eindigde eind december 2016 of begin januari 2017. De gedaagden hebben zich beroepen op een arbitragebeding dat in de huurovereenkomst is opgenomen, waarin is bepaald dat geschillen door middel van arbitrage moeten worden opgelost door het Arbitration Institute of Aruba.
Eiseres heeft betwist dat het arbitragebeding exclusief is en heeft aangevoerd dat het Arbitration Institute of Aruba niet bestaat. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er sprake is van een schriftelijk arbitragebeding en dat gedaagden tijdig een beroep hebben gedaan op dit beding. Het Gerecht heeft overwogen dat het geschil niet onder de bevoegdheid van de Huurcommissie valt en dat de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing zijn. De Model Law on International Commercial Arbitration is ook van toepassing, en het Gerecht heeft geconcludeerd dat het ontbreken van het Arbitration Institute de geldigheid van het arbitragebeding niet aantast.
Uiteindelijk heeft het Gerecht zich onbevoegd verklaard om de zaak te behandelen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geschil, die zijn begroot op Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde van gedaagden. Dit vonnis is uitgesproken op 10 april 2019 door rechter mr. J. Sap in aanwezigheid van de griffier.