ECLI:NL:OGEAA:2019:220
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezit en eigendom van een watersportbedrijf op publiek strand in Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de vraag centraal of Windward Leeward Watersports, Tours & Enterprises N.V. (hierna: Windward) als bezitter van een stuk grond op het strand kon worden erkend. Windward exploiteert een watersportbedrijf op een perceel dat zich bevindt op publiek strand, waarover het Land Aruba (hierna: het Land) geen eigendomsrechten kan laten gelden. Windward vorderde een verklaring voor recht dat zij eigenaresse is van het stuk domeingrond waarop haar gebouwtje staat, en baseerde haar vordering op verkrijgende verjaring en bevrijdende verjaring volgens de artikelen 3:105 en 3:306 van het Burgerlijk Wetboek. Het Land verweerde zich door te stellen dat het strand publiek bezit is en dat Windward geen eigendomsrechten kan claimen.
De rechter oordeelde dat het voor iedereen in Aruba bekend is dat de stranden publiek zijn en niet in eigendom kunnen worden verworven. Dit werd versterkt door de aanwezigheid van borden die het publieke karakter van het strand benadrukken. De rechter concludeerde dat Windward niet als bezitter kon worden erkend, omdat het feitelijke gebruik van het strand niet voldoende was om bezit te concluderen. De vordering van Windward werd dan ook afgewezen.
In reconventie vorderde het Land een verklaring voor recht dat het gebouwtje van Windward door natrekking eigendom van het Land was geworden. De rechter oordeelde dat deze vordering toewijsbaar was, en Windward werd veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken op 10 april 2019.