ECLI:NL:OGEAA:2019:216
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaar tegen verwijderingsbevel van Venezolaanse verzoekster
In deze zaak heeft de Venezolaanse verzoekster bezwaar gemaakt tegen een verwijderingsbevel dat door de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie was gegeven. Het bezwaar is ingediend op 15 maart 2019, terwijl de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en begint op de dag na de datum van de bestreden beschikking, die gedateerd is op 3 januari 2019. De verzoekster heeft op 1 maart 2019 een verzoekschrift ingediend bij het gerecht, maar dit verzoek is niet gelijkgesteld aan een bezwaar tegen de bestreden beschikking. Tijdens de zitting op 20 maart 2019 is de zaak behandeld, waarbij de verzoekster in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde drs. M.L. Hassell, en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. C.L. Geerman.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bezwaar buiten de wettelijke termijn is ingediend en dat er geen redenen zijn om deze termijnoverschrijding niet tegen te werpen. De verzoekster heeft aangevoerd dat haar asielaanvraag, ingediend op 1 februari 2019, een indicatie is dat zij het niet eens is met de bestreden beschikking. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat deze asielaanvraag niet kan worden gezien als een verzoek om heroverweging van de bestreden beschikking. Gezien deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers op 8 april 2019, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.