ECLI:NL:OGEAA:2019:215
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevelschrift uitzetting en verzoek tot schorsing in bestuursrechtelijke procedure
Op 8 april 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de uitzetting van een Venezolaanse verzoeker. De verzoeker, die op 2 juli 2017 Aruba binnenkwam als toerist met een verblijfsduur van drie dagen, had op 1 februari 2019 een asielverzoek ingediend. Echter, op 12 februari 2019 werd hij door de afdeling Vreemdelingentoezicht aangetroffen als illegaal werkende machinist. De Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie had daarop een bevelschrift tot uitzetting uitgevaardigd, waartegen de verzoeker bezwaar maakte en een verzoek tot schorsing indiende op 15 maart 2019.
Tijdens de zitting op 25 maart 2019 werd het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker sinds 6 juli 2017 zonder geldige verblijfstitel op Aruba verblijft en dat de Minister bevoegd was om de uitzetting te bevelen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de verzoeker niet om asiel had gevraagd bij aankomst en dat hij geen verblijfsrecht kon ontlenen aan het Toelatingsbesluit 2009. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor schorsing van het bevelschrift, ondanks dat de vertrektermijn in het bevelschrift onvoldoende duidelijk was geformuleerd.
De voorzieningenrechter wees het verzoek tot schorsing af, met de overweging dat het gebrek in de bezwaarfase kan worden hersteld. De beslissing werd uitgesproken door mr. M. Soffers, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.