ECLI:NL:OGEAA:2019:214
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om dwangsom en beslissing op bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 april 2019 uitspraak gedaan op een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, had het verzoek ingediend omdat verweerder, de Minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu, niet had beslist op het bezwaar dat verzoeker had ingediend na een eerdere uitspraak van het gerecht op 31 juli 2018. In die uitspraak was bepaald dat verweerder binnen drie maanden een nieuwe beslissing moest nemen op het bezwaar van verzoeker. Aangezien deze termijn was verstreken zonder dat er een beslissing was genomen, heeft verzoeker het huidige verzoek ingediend.
Het gerecht overweegt dat er bij het sluiten van het onderzoek geen beslissing van verweerder op het bezwaar van verzoeker is gebleken. Dit leidt tot de conclusie dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan de eerdere uitspraak. Het gerecht heeft verweerder opgedragen om binnen twee maanden na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op het bezwaar van verzoeker, met de toevoeging dat verweerder een dwangsom verbeurt van Afl. 500,- voor elke dag dat hij in gebreke blijft om aan deze verplichting te voldoen. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoeker, begroot op Afl. 500,-.
De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.