ECLI:NL:OGEAA:2019:2

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 januari 2019
Publicatiedatum
14 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802104 en AUA201802116
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen belastingaanslagen wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 januari 2019 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen belastingaanslagen voor de jaren 1992 en 1993. De belanghebbende, een onderneming gevestigd in Aruba, had op 29 maart 2018 bezwaar gemaakt tegen aanslagen winstbelasting die op 27 december 1996 waren opgelegd. De Inspecteur der Belastingen verklaarde de bezwaren niet-ontvankelijk, omdat deze te laat waren ingediend. De belanghebbende stelde dat de directeur van de onderneming in het buitenland woonde en daardoor geen kennis had kunnen nemen van de aanslagen. Het Gerecht oordeelde echter dat de aanslagen en overige correspondentie naar het bij de belastingdienst bekende adres van de belanghebbende waren gestuurd. De termijnoverschrijding was voor rekening en risico van de belanghebbende, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk werd verklaard. Het Gerecht heeft de inhoudelijke beoordeling van de zaken achterwege gelaten en het beroep ongegrond verklaard. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.

Uitspraak

Uitspraak van 11 januari 2019
BBZ nrs. AUA201802104 en AUA201802116
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening beroep in belastingzaken van:
[ X ],gevestigd te Aruba,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Aruba,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 27 december 1996 voor de jaren 1992 en 1993 aanslagen winstbelasting opgelegd van respectievelijk Afl. 13.662 en
Afl. 17.457.
1.2
Belanghebbende heeft op 29 maart 2018 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 14 mei 2018 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
1.4
Belanghebbende is op 13 juli 2018 in beroep gekomen tegen de uitspraken op bezwaar. Hierbij is een bedrag aan griffierecht betaald van Afl. 150.
1.5
De Inspecteur heeft op 30 oktober 2018 een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2018. Namens belanghebbende is [ A ] verschenen. Namens de Inspecteur is verschenen [ B ].

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid bezwaar

2.1
In artikel 17, eerste lid van de ALB is geregeld dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bezwaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
2.2
De aanslagen voor de jaren 1992 en 1993 hebben als dagtekening 27 december 1996. Belanghebbende heeft daartegen op 29 maart 2018, dus te laat, bezwaar gemaakt. Ingevolge het vijfde lid van artikel 17 ALB blijft niet ontvankelijkheidsverklaring op grond van termijnoverschrijding achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest. De Inspecteur heeft onweersproken gesteld dat de aanslagen evenals overige correspondentie over de onderhavige jaren naar het bij de belastingdienst bekende adres van belanghebbende ([adres]) zijn gestuurd. Dat de directeur van belanghebbende geen kennis heeft kunnen nemen van de aanslagen omdat zij in het buitenland woonde dient voor rekening en risico van belanghebbende te komen. De Inspecteur heeft de bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard.
2.3
Gelet op het voorgaande komt het Gerecht aan de inhoudelijke beoordeling van de zaken niet toe.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep inzake de aanslagen voor de jaren 1992 en 1993 ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 januari 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël-van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………….. aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: Afl. 75
-personenvennootschappen en rechtspersonen: Afl. 300