ECLI:NL:OGEAA:2019:183
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van herstelkosten na verhuur van een appartement
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, een verhuurder, een vordering ingesteld tegen gedaagde, de huurder van een appartement. Eiser vordert een schadevergoeding van Afl. 5.333,16, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op grond van schade die gedaagde aan de woning zou hebben toegebracht. De procedure begon met een tussenvonnis op 9 januari 2019, gevolgd door een comparitie van partijen op 6 februari 2019, waarbij beide partijen in persoon verschenen.
Eiser stelt dat de woning in goede staat verkeerde bij aanvang van de huur in mei 2017, maar dat gedaagde deze in maart 2018 niet in originele staat heeft achtergelaten. Gedaagde betwist dit en stelt dat de woning al in slechte staat verkeerde. Het Gerecht overweegt dat eiser de stelplicht en bewijslast heeft om aan te tonen dat de woning in goede staat was en dat gedaagde deze niet correct heeft achtergelaten. Er is echter geen opnamerapport van de woning bij aanvang van de huur, wat voor rekening van de verhuurder komt.
Het Gerecht concludeert dat eiser niet aan zijn bewijslast heeft voldaan, aangezien gedaagde heeft aangetoond dat zij meerdere keren de slechte staat van de woning heeft gemeld. De overgelegde foto’s bevestigen dat er sprake is van achterstallig onderhoud en niet van schade door gedaagde. Daarom wordt de vordering van eiser afgewezen en wordt eiser veroordeeld in de kosten van gedaagde, die op nihil worden begroot. De uitspraak is gedaan door mr. S. Verheijen op 20 maart 2019.