ECLI:NL:OGEAA:2019:18

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 januari 2019
Publicatiedatum
16 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802396
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatele stelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

Op 8 januari 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak AUA201802396, waarin het verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige, verweerster, is behandeld. De verzoekers, beiden wonende in Aruba, hebben verzocht om hun moeder onder curatele te stellen vanwege haar ernstige dementie, waardoor zij niet in staat is haar financiële, geestelijke en persoonlijke belangen te behartigen. Het verzoekschrift werd ingediend op 2 augustus 2018, en de behandeling vond plaats op 20 november 2018, gevolgd door een verhoor van de verweerster op 30 november 2018.

De rechter heeft vastgesteld dat verweerster lijdt aan vergevorderde dementie en dat zij, als gevolg van een geestelijke stoornis, niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Dit is gegrond op artikel 1:378, lid 1, sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. De benoeming van de dochter van de verweerster, verzoeker 2, als curatrice is in het belang van de verweerster, en er zijn geen bezwaren tegen deze benoeming naar voren gebracht.

De beschikking bevat ook specifieke instructies voor de curatrice, waaronder het indienen van een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en een boedelbeschrijving binnen bepaalde termijnen. De rechter heeft bepaald dat de uitspraak binnen tien dagen na tenuitvoerlegging in de Landscourant van Aruba en in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA” moet worden gepubliceerd. Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 8 januari 2019.

Uitspraak

Beschikking van 8 januari 2019
behorend bij EJ nr. AUA201802396
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoeker 1],
[Verzoeker 2],
beiden wonende in Aruba,
VERZOEKERS,
procederend in persoon,
om ondercuratelestelling van hun moeder:
[Verweerster],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERSTER,
in persoon.
Belanghebbenden:
[Naam X], dochter, wonende in Curaçao,
[Naam Y],zoon, wonende in Nederland,
[Naam Z], dochter, wonende in Nederland.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 2 augustus 2018,
  • de aantekening van de griffier van de behandeling op 20 november 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers in persoon,
  • het verhoor van verweerster te Huize Maristella op 30 november 2018.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat verweerster onder curatele wordt gesteld met benoeming van dochter [verzoeker 2] tot haar curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat verweerster zwaar dement is, waardoor zij niet in staat is om haar financiële, geestelijke en persoonlijke belangen te behartigen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Uit de verklaringen van de verzoeksters, de behandelend geneesheer, Internist-geriater dokter S. Waterloo, en de ondervraging van verweerder is gebleken dat zij lijdt aan vergevorderde dementie en wegens een geestelijke stoornis niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2
De benoeming van dochter [verzoeker 2] als curatrice strookt naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de verweerster. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.3
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van zijn/haar deugdelijkheid een door hem/haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.4
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van haar bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2020.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerster], geboren op [datum] 1920 in Sint Maarten, onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice haar dochter, [verzoeker 2], geboren op [datum] 1947 in Curaçao en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 8 januari 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.