ECLI:NL:OGEAA:2019:166

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 maart 2019
Publicatiedatum
9 april 2019
Zaaknummer
AUA201803249
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van registergoederen door curatrice in curatelezaak

In deze beschikking van 5 maart 2019 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op verzoek van de curatrice, mr. L.D. Gomez, een machtiging verleend voor de verkoop van registergoederen die toebehoren aan de curandus, die in curatele is gesteld. De curandus, wonende in Grenada, is mede-eigenaar van twee percelen in Oranjestad, Aruba, en heeft de intentie om naar het buitenland te verhuizen. De curatrice heeft verzocht om toestemming om de percelen te verkopen, omdat de curandus en haar echtgenoot niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien en de onderhoudskosten voor de percelen niet langer kunnen dragen. De verkoopprijzen zijn vastgesteld op Afl. 250.000,- voor een perceel met een woning, Afl. 495.000,- voor een ander perceel met een woning, en Afl. 120.000,- voor een perceel met een bedrijfspand. Het gerecht heeft vastgesteld dat de verkoop in het belang van de curandus is en heeft de curatrice gemachtigd om de verkoop te realiseren. Tevens is bepaald dat de curatrice recht heeft op een beloning van 5% van de netto-opbrengst van de verkoop en dat zij binnen een jaar na de verkoop rekening en verantwoording moet afleggen aan het gerecht.

Uitspraak

Beschikking van 5 maart 2019
Behorend bij EJ nr. AUA201803249.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, de curatrice,
gemachtigde: de advocaat mr. L.D. Gomez,
Belanghebbende:
[Naam],hierna: de curandus,
wonende in Grenada.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 12 oktober 2018,
  • de akte wijziging van het verzoek, ingediend op 21 januari 2019,
  • de mondelinge behandeling ter zitting op 22 januari 2019, alwaar verzoekster bij haar gemachtigde voornoemd is verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Bij beschikking van dit gerecht van 2 oktober 2018 (behorend bij EJ-AUA201801774) is de curatele uitgesproken en is verzoekster tot curatrice benoemd.
2.2
De curandus is mede-rechthebbende van een tweetal percelen, te weten:
- een perceel eigendomsgrond, groot duizendveertig vierkante meter (1.040 m2), gelegen te Oranjestad in Aruba, kadastraal bekend als Eerste Afdeling Sectie S, nummer xx. Op dit perceel eigendomsgrond bevinden zich:
- een betonstenen woonhuis, plaatselijk bekend als [Adres 1] (meetbrief SUA nr. xxxx) en
- een betonstenen bedrijfspand, plaatselijk bekend als [Adres1-A] (meetbrief SUA nr. xxxx)
- een perceel eigendomsgrond, groot negenhonderd negen en zestig vierkante meter (969 m2), gelegen te Oranjestad in Aruba, kadastraal bekend als Eerste Afdeling Sectie S, nummer xxx, met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [Adres 2], Simon Antonio.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - ertoe dat aan de curatrice machtiging wordt verleend op grond van artikel 1:386, eerste lid, juncto 1:345, eerste lid, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) om namens de curandus over te gaan tot verkoop en levering van voornoemde registergoederen, tegen de volgende verkoopprijzen:
- [ Adres 1] voor minimaal ad Afl. 495.000,-;
- [ Adres 1A] voor minimaal Afl. 120.000,-;
- [ Adres 2] voor minimaal Afl. 250.000,-,
tevens te bepalen of aan verzoekster een loon toekomt, en zo ja, de hoogte ervan te bepalen.
3.2
Ter onderbouwing van het verzoek is aangevoerd dat de curandus en haar echtgenoot, met wie zij in gemeenschap van goederen is gehuwd, voornemens zijn in het buitenland, namelijk Grenada, te gaan wonen, dat zij geen gebruik meer zullen maken van de percelen en dat er daarom geen noodzaak bestaat om de onderhouds- en beveiligingskosten voor de percelen te blijven betalen. Het inkomen van de curandus en haar echtgenoot is niet toereikend om in hun levensonderhoud te voorzien. De opbrengsten uit de verkoop van de percelen zullen worden aangewend om de kosten van het levensonderhoud te dekken.
3.3
Gebleken is dat voor het perceel, plaatselijk bekend als [Adres 2], een koper is, namelijk de huurder van de woning (zoon van de curandus), die het perceel wil kopen voor het bedrag van Afl. 250.000,-. De zoon huurt de woning al ruim 20 jaar. Het andere perceel staat te koop via een makelaar, met dien verstande dat de twee opstallen te [Adres 1] en [Adres 1-A], apart te koop staan aangeboden.
3.4
Het in artikel 1:386 eerste lid juncto artikel 1:345, eerste lid, onderdeel a, BWA neergelegde vereiste van rechterlijke machtiging heeft de strekking de belangen van de curandus te beschermen. Beoordeeld dient te worden of de voorgenomen verkoop in het belang van de curandus is.
3.5
Uit de overgelegde stukken en wat ter zitting is aangevoerd, is niet gebleken dat de verkoop van de percelen niet in het belang van de curandus zou zijn. Het gerecht ziet dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de belangen van de curandus zich tegen verlening van de verzochte machtiging verzetten.
3.6
Ten aanzien van het verzochte loon voor de curatrice overweegt het gerecht als volgt. Artikel 1:386, lid 1 BW bepaalt dat de curator als beloning toekomt, vijf ten honderd van de netto-opbrengst van de door hem beheerde goederen. Dat betekent in dit geval dat bij de verkoop van de registergoederen, de curatrice een beloning toekomt van 5% van de netto-opbrengst waarop de curandus aanspraak maakt, dus 5% van 50% van de netto-opbrengst.
3.7
Gelet op artikel 1:386 lid 1 BWA in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BWA zal worden bepaald dat de curatrice binnen een jaar na verkoop van de registergoederen bij het gerecht rekening en verantwoording aflegt van haar bewind over de goederen van de curandus.

5.BESLISSING

Het gerecht:
machtigt de curatrice, [Verzoekster], geboren op [datum] 1949 in Aruba, om voor en namens de curandus [Naam], geboren op [datum] 1925 in Grenada, over te gaan tot de verkoop en levering, van het aan de curandus mede in eigendom toebehorende:
1. perceel eigendomsgrond, groot negenhonderd negen en zestig vierkante meter (969 m2), gelegen te Oranjestad in Aruba, kadastraal bekend als Eerste Afdeling Sectie S, nummer xxx, met het daarop gebouwde woonhuis met verdere toebehoren, plaatselijk bekend als “[Adres 2]”, voor de koopsom van Afl. 250.000,-,
2. perceel eigendomsgrond, groot vijfhonderd en elf vierkante meter (511 m2), gelegen te Oranjestad in Aruba, kadastraal bekend als Eerste Afdeling Sectie S, nummer xxx, met meetbrief SUA nr. xxxx, met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [Adres 1], voor minimaal Afl. 495.000,-,
3. perceel eigendomsgrond, groot vijfhonderd negen en twintig vierkante meter (529 m2), gelegen te Oranjestad in Aruba, kadastraal bekend als Eerste Afdeling Sectie S, nummer xxxx, met meetbrief SUA nr. xxxx, met het daarop gebouwde kantoorpand, plaatselijk bekend als [Adres1-A], voor minimaal Afl. 120.000,-.
bepaalt dat de curatrice binnen een jaar na verkoop van bedoelde registergoederen bij het gerecht rekening en verantwoording aflegt van haar bewind over die goederen,
bepaalt dat de curatrice bij de verkoop van bedoelde registergoederen, een beloning toekomt van 5% van de netto-opbrengst waarop de curandus aanspraak maakt.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 5 maart 2019 door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.