ECLI:NL:OGEAA:2019:156

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 maart 2019
Publicatiedatum
29 maart 2019
Zaaknummer
AUA201803044
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot sollicitatieprocedure

In deze zaak heeft appellante, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift. Dit bezwaar was ingediend tegen de sollicitatieprocedure voor de functie van Chef Financiële Rapportage en Analyse bij de Directie Financiën, waarbij appellante verzocht had om inzage in alle documenten en resultaten van de sollicitatietests. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft vastgesteld dat de verweerders geen verweerschrift hebben ingediend en dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Hierdoor kon de ongemotiveerde afwijzing van het bezwaar niet in stand blijven.

Het Gerecht heeft om proceseconomische redenen besloten om de verweerders niet op te dragen alsnog een beslissing te nemen op het bezwaar, omdat dit enkel zou leiden tot een niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Het bezwaar richtte zich tegen de sollicitatieprocedure en het assessment, welke niet als een beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kunnen worden aangemerkt. Het Gerecht heeft daarom het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard en het beroep gegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 maart 2019.

Uitspraak

Uitspraak van 11 maart 2019
Lar nr. AUA201803044
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante]
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: mr. R.P. Lee,
gericht tegen:

1.Het Departamento Recurso Humano (DRH);

2.De Directeur Directie Financiӫn
zetelend in Aruba,
VERWEERDERS.
PROCESVERLOOP
Bij brief van 17 juni 2018 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de sollicitatieprocedure die zij in augustus 2017 heeft doorlopen voor de functie van Chef Financiële Rapportage en Analyse bij de Directie Financiën, waarbij zij tevens heeft verzocht om haar alle gekopieerde en afgedrukte resultaten van alle testen, alle documenten en aantekeningen met betrekking tot haar sollicitatie te doen toekomen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar heeft appellante op 26 september 2018 een beroepschrift ingediend bij dit gerecht.
Verweerders hebben geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
1. Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2 Ingevolge artikel 32, onder c en onder e, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven, alsmede indien het bestuursorgaan binnen de gestelde termijn geen verweerschrift heeft ingediend.
2.1
De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beslissing (artikel 23, tweede lid, Lar) kennelijk niet in stand kan blijven.
2.2
Het beroep tegen het niet tijdig beslissen dient derhalve gegrond te worden verklaard. Het Gerecht ziet evenwel om proceseconomische redenen ervan af om verweerders op te dragen alsnog een beslissing te nemen op het bezwaar. De op het bezwaar te nemen beslissing kan namelijk tot niets anders leiden dan tot een niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Redengevend daarvoor is het volgende.
2.2.1
Ingevolge artikel 2, lid 2 onder sub f van de Lar worden van het begrip beschikking uitgezonderd, besluiten, houdende een beoordeling van het kennen of kunnen van iemand die te dier zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst.
2.2.2
In dit geval richt het bezwaar van appellante zich tegen de door haar doorlopen sollicitatieprocedure, inclusief een assessment. Een assessment is een beoordelingsprogramma dat sollicitanten of kandidaten moeten doorlopen om voor een bepaalde functie aangenomen te worden of om te bepalen of zij over ontwikkelbare talenten beschikken. Het assessment op zich noch het resultaat ervan is een beschikking in de zin van de Lar. Hetzelfde geldt voor de hele sollicitatieprocedure.
2.2.3
Hieruit volgt dat het bezwaar van appellante niet is gericht tegen een beschikking in de zin van de Lar, en daarom niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
2.3
Het gerecht ziet aanleiding om zelf in deze te voorzien en het bezwaarschrift alsnog niet-ontvankelijk te verklaren. Voor een kostenveroordeling is geen aanleiding.
2.4
Dit leidt tot de volgende beslissing.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellante;
- verklaart het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 11 maart 2019, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.