ECLI:NL:OGEAA:2019:150
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen wegens gebrek aan dringende redenen en vertrouwensbreuk
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Automobielbedrijf Centraal Aruba N.V., h.o.d.n. Garage Centraal Aruba, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerster, die sinds 14 juni 2018 arbeidsongeschikt is. Garage Centraal stelt dat de verweerster zich op een onacceptabele wijze heeft gedragen tijdens haar arbeidsongeschiktheid door deel te nemen aan sociale activiteiten, waaronder het consumeren van alcohol en dansen in een bar, wat volgens hen niet past bij iemand die ziek is. De verweerster betwist deze beschuldigingen en voert aan dat haar deelname aan de activiteit op advies van haar psycholoog was, ter bevordering van haar herstel en re-integratie.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het gerecht oordeelt dat niet is gebleken dat de verweerster zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen. De verklaring van de psycholoog ondersteunt haar stelling dat sociale activiteiten onderdeel zijn van haar re-integratieproces. De rechtbank concludeert dat er geen dringende redenen zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en dat er ook geen sprake is van een vertrouwensbreuk. Het verzoek van Garage Centraal wordt afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten.
De beschikking is gegeven op 12 maart 2019 door mr. S. Verheijen en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.