ECLI:NL:OGEAA:2019:149

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
AUA201803176
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatie en omgangsregeling in een zaak tussen de Voogdijraad en de vader van een minderjarige

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 12 maart 2019, wordt een verzoek behandeld van de Voogdijraad tegen de vader van een minderjarige, met betrekking tot kinderalimentatie en een omgangsregeling. De minderjarige, geboren in 2012, is erkend door de vader. De Voogdijraad verzoekt de vader om een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, ingaande op 1 november 2018. De vader verzet zich tegen dit bedrag en stelt dat hij slechts Afl. 250,- kan betalen. Tijdens de zitting op 22 januari 2019 zijn beide ouders in persoon verschenen, en is de draagkracht van beide partijen besproken.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige gemiddeld Afl. 750,- per maand bedragen, waarbij rekening is gehouden met de noodzakelijke kosten zoals opvang en vervoer. De draagkracht van de moeder is vastgesteld op Afl. 603,08 per maand, terwijl de vader een draagkracht heeft van Afl. 733,40 per maand. Gezien de behoeften van de minderjarige en de financiële situatie van beide ouders, heeft het gerecht geoordeeld dat de vader een bijdrage van Afl. 400,- per maand moet betalen.

Daarnaast heeft de vader verzocht om een omgangsregeling met de minderjarige. Het gerecht heeft besloten dat de omgang zal plaatsvinden op de vrije dag van de vader, met specifieke tijden voor de weekenden en doordeweeks. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 12 maart 2019
behorend bij EJ nr. AUA201803176
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen:
DE VOOGDIJRAAD,
gevestigd in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
en
[naam VERWEERDER],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de vader,
in persoon.
Belanghebbende:
[NAAM BELANGHEBBENDE], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 9 oktober 2018,
  • de producties van de man, ingediend op 22 januari 2019,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 22 januari 2019, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig was [naam VERTEGENWOORDIGER] en dat de moeder en de vader in persoon zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De thans nog minderjarige [naam MINDERJARIGER] (hierna: de minderjarige) is op [geboortedatum] 2012 in Aruba geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. Zij is erkend door de vader.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader om ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 1 november 2018 een bedrag van Afl. 400,- per maand te betalen. Daartoe wordt gesteld dat de vader voldoende draagkrachtig is.
3.2
De vader heeft ter zitting verzocht een omgangsregeling tussen hem en de minderjarige vast te stellen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De vader voert draagkrachtverweer, en verzoekt zijn bijdrage in de kinderalimentatie ten behoeve van de minderjarige vast te stellen op Afl. 250,- per maand. De moeder heeft niet ingestemd met dit bedrag.
4.3
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader. Teneinde ieders draagkracht te bepalen, dienen over en weer de netto-inkomens te worden vastgesteld, alsmede de vaste lasten die in redelijkheid voorrang krijgen boven het betalen van kinderalimentatie.
4.4
De kosten van verzorging en opvoeding
4.4.1
Bij het vaststellen van de kosten van verzorging en opvoeding hanteert het gerecht als richtsnoer dat deze voor kinderen in de leeftijd als die van partijen gemiddeld Afl. 450,- per maand bedraagt. Het gerecht is van oordeel dat aangenomen kan worden dat de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige in de leeftijd als die van partijen rond dat bedrag liggen. In dit bedrag zitten begrepen de schoolkosten, de kosten van kleding en die van recreatie, zodat met de door de moeder via de Voogdijraad opgevoerde daadwerkelijke kosten van deze lasten bij de vaststelling van de kosten niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden. Dit bedrag kan worden verhoogd indien blijkt van bijzondere uitgaven ten behoeve van de kinderen die niet zijn begrepen in genoemd bedrag van Afl. 450,- (zoals noodzakelijke kosten voor naschoolse opvang).
4.4.2
Het gerecht zal rekening houden met de onbetwiste posten “opvang” ad Afl. 100,- per maand en “vervoer” ad Afl. 200.- per maand nu de noodzaak van deze kosten voldoende aannemelijk is gemaakt door de moeder.
4.4.3
Gelet op het vorenstaande kunnen de kosten van de minderjarige worden vastgesteld op Afl. 750,- per maand, waaraan de ouders naar draagkracht en naar evenredigheid dienen bij te dragen.
4.5
De draagkracht van de moeder
4.5.1
De moeder werkt via een uitzendbureau en verdient rond Afl. 10,- per uur. Uit de door de moeder overgelegde loonstroken blijkt dat zij een gemiddeld netto-maandloon heeft van afgerond Afl. 1.748,-.
4.5.2
Wat betreft de vaste lasten houdt het gerecht rekening met de door haar opgevoerde en door de vader onbetwiste posten “levensmiddelen” ad Afl. 200,-, “motorvoertuigbelasting” ad Afl. 26,50, “verzekeringen” ad Afl. 60,67, “Island Finance” ad Afl. 357,75, “Casi Nobo-lening” ad Afl. 100,-, ‘transport’ ad Afl. 150,-, en“bijdrage in huishouden” ad Afl. 250,-.
4.4.4
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de moeder bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 1.144,92.
4.4.5
Uit het vorenstaande volgt dat de moeder maandelijks een bedrag overhoudt van (Afl. 1.748 - Afl. 1.144,92 =) Afl. 603,08, waarmee zij aan haar verplichting met betrekking tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige dient te voldoen.
4.5
De draagkracht van de vader
4.5.1
Uit de door de vader overgelegde loonstroken blijkt dat hij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 2.359,40.
4.5.2
Wat betreft de lasten van de vader gaat het gerecht ervan uit dat hij een bedrag van minimaal Afl. 1.100,- per maand nodig heeft om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. In dit bedrag zitten begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoonaansluiting en van autogebruik, zodat met de door de vader opgevoerde daadwerkelijke kosten bij de vaststelling van de draagkracht niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden. Het gerecht heeft hierbij in aanmerking genomen dat de vader een gezamenlijke huishouding voert met zijn partner en dat van haar gevergd mag worden dat zij bijdraagt in de huishoudkosten. Het gerecht zal verder rekening houden met de post “persoonlijk lening Banco di Caribe” ad Afl. 526,00.
De posten “Island Finance” en “AMC” ad Afl. 344,00 en Afl. 185,- zullen buiten beschouwing worden gelaten, nu deze verplichtingen/leningen zijn aangegaan nadat onderhavige zaak aanhangig is gemaakt en niet is gebleken dat deze prioriteit moeten genieten boven de kinderalimentatie.
4.5.3
De totale in aanmerking te nemen (noodzakelijke) vaste lasten van de vader bedragen, gelet op het vorenstaande, totaal afgerond Afl. 1.626,-.
4.5.4
Uit het vorenstaande volgt dat de vader maandelijks een bedrag overhoudt van (Afl. 2.359,40 - Afl. 1.626,- =) Afl. 733,40, waarmee hij aan zijn verplichting met betrekking tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige dient te voldoen.
4.6
Gelet op wat partijen hebben aangevoerd, hun draagkracht en op de behoefte van de minderjarige acht het gerecht een door de vader te betalen bijdrage van Afl. 400.- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. De ingangsdatum van de bijdrage zal worden bepaald op 1 december 2018.
Omgang
4.7
De man heeft verzocht om omgang met de minderjarige op zijn wekelijkse vrije dag. Ter zitting zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de uitoefening van het omgangsrecht van de vader. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [naam VERWEERDER] in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam MINDERJARIGER], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op Afl. 400,- per maand, met ingang van 1 december 2018, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- op de vrije dag (off-day) van vader:
in het weekend: van 10:00 tot 18:00 uur,
doordeweeks: van 16:00 tot 18:00 uur,
waarbij de vader de minderjarige telkens thuis ophaalt en terugbrengt.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht rechter in dit gerecht, ter zitting van 12 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.
STRIKT VOOR INTERN GEBRUIK
Berekening draagkracht ouders
inkomsten moeder = (gemiddelde 6 maanden loon) + toelagen, vakantie-uitkering, bonus, e.d. (*kindertoelage apart houden)
Lasten moeder = eigen levensonderhoud forfaitair bedrag van Afl.1.400,- + hypotheeklasten/huur + aflossing autolening + andere noodzakelijke lasten
Houdt over bedrag = inkomen – lasten (IM).
inkomsten vader = (gemiddelde 6 maanden loon) + toelagen, vakantie-uitkering, bonus, e.d. (*kindertoelage apart houden)
Lasten vader = eigen levensonderhoud forfaitair bedrag van Afl.1.400,- + hypotheeklasten/huur + aflossing autolening + andere noodzakelijke lasten
Houdt over bedrag = inkomen – lasten (IV).
Behoefte kinderen = kosten kinderen – kindertoelage*
Draagkracht Vader: IV:(IV+IM) = N x 100% = V%
(Behoefte kinderen x V%) + kindertoelage* = bijdrage vader
Draagkracht Moeder: IM:(IV+IM) = P x 100% = M%
(Behoeft kinderen x M%) + kindertoelage* = bijdrage moeder
* Let op: Indien de ouders of een van hen kindertoelage ontvangt, dan wordt dat bedrag apart gehouden en niet meegenomen in de berekening van de draagkracht. De toelage komt het kind sowieso toe.