In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 12 maart 2019, wordt een verzoek behandeld van de Voogdijraad tegen de vader van een minderjarige, met betrekking tot kinderalimentatie en een omgangsregeling. De minderjarige, geboren in 2012, is erkend door de vader. De Voogdijraad verzoekt de vader om een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, ingaande op 1 november 2018. De vader verzet zich tegen dit bedrag en stelt dat hij slechts Afl. 250,- kan betalen. Tijdens de zitting op 22 januari 2019 zijn beide ouders in persoon verschenen, en is de draagkracht van beide partijen besproken.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige gemiddeld Afl. 750,- per maand bedragen, waarbij rekening is gehouden met de noodzakelijke kosten zoals opvang en vervoer. De draagkracht van de moeder is vastgesteld op Afl. 603,08 per maand, terwijl de vader een draagkracht heeft van Afl. 733,40 per maand. Gezien de behoeften van de minderjarige en de financiële situatie van beide ouders, heeft het gerecht geoordeeld dat de vader een bijdrage van Afl. 400,- per maand moet betalen.
Daarnaast heeft de vader verzocht om een omgangsregeling met de minderjarige. Het gerecht heeft besloten dat de omgang zal plaatsvinden op de vrije dag van de vader, met specifieke tijden voor de weekenden en doordeweeks. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.