In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek om kinderalimentatie door de Voogdijraad voor de minderjarige, geboren in 2012 uit de relatie tussen de vader en de moeder. De vader heeft de minderjarige erkend en het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van Afl. 600,- per maand, ingaande 1 augustus 2018, als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding. De procedure omvatte verschillende ingediende stukken, waaronder een verzoekschrift en verweerschrift, en een mondelinge behandeling waar beide partijen aanwezig waren.
Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage afhankelijk is van de draagkracht van beide ouders. De moeder heeft een netto-inkomen van gemiddeld Afl. 4.858,86 per maand, terwijl de vader een netto-inkomen heeft van Afl. 7.950,- per maand. Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, inclusief hun vaste lasten, heeft het gerecht geconcludeerd dat de vader in staat is om de gevraagde alimentatie te betalen.
De beslissing van het gerecht is dat de vader met ingang van 1 maart 2019 maandelijks Afl. 600,- moet betalen aan de Voogdijraad voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het verzoek om een hogere bijdrage is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door rechter M. Soffers en openbaar uitgesproken op 12 maart 2019.