ECLI:NL:OGEAA:2019:145

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
25 maart 2019
Zaaknummer
582 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware mishandeling met dodelijke afloop tegen levensgezel

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 5 augustus 2018 zijn levensgezel zwaar heeft mishandeld, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 maart 2019 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in Aruba en thans gedetineerd, werd beschuldigd van zware mishandeling die de dood van het slachtoffer tot gevolg had. Tijdens de openbare terechtzitting op 22 februari 2019 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.S. Kock. De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, eiste een gevangenisstraf van zeven jaren, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging.

De tenlastelegging omvatte primair de beschuldiging dat de verdachte opzettelijk het leven van zijn levensgezel had beroofd door haar meermalen met kracht tegen het hoofd te slaan, wat leidde tot fatale hoofdletsels. Subsidiair werd hem verweten dat hij haar opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had toegebracht, wat ook resulteerde in haar overlijden. Het Gerecht oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de primaire beschuldiging, maar achtte de subsidiaire tenlastelegging wel bewezen.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van zeven jaren op, rekening houdend met de ernst van het feit en de impact op de nabestaanden. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, die materiële en immateriële schade had geleden als gevolg van de mishandeling en het daaropvolgende overlijden van het slachtoffer. De uitspraak benadrukte de maatschappelijke verontwaardiging over geweld in de huiselijke sfeer en de noodzaak van een passende straf.

Uitspraak

Parketnummer: P-2018/08052
Zaaknummer: 582 van 2018
Uitspraak: 15 maart 2019 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
1.Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 februari 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.S. Kock, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. E.D. Schwengle, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het subsidiair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van hetgeen de verdachte primair is ten laste gelegd.
Haar vordering behelst voorts de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
2.Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd:

Primair

dat hij op of omstreeks 5 augustus 2018 in Aruba, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft hij met dat opzet voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, opzettelijk telkens met kracht tegen het hoofd met een vuist geslagen en/of gestompt, waardoor die [slachtoffer] “traumatic acute closed head injuries” (Vertaling ES: traumatische acute gesloten hoofdblessures), zijnde “severe subdural and subarachnoid hemorrhage, cerebral contusions en brain stem herniation” (Vertaling ES: “ernstige subdurale en subarachnoïdale bloeding, cerebrale kneuzingen en hersenstam herniatie”), heeft opgelopen,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
(artikel 2:259 van het Wetboek van Strafrecht)

Subsidiair

dat hij op of omstreeks 5 augustus 2018 in Aruba, aan een persoon genaamd [slachtoffer], die zijn levensgezel was, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
“traumatic acute closed head injuries” (Vertaling ES: traumatische acute gesloten hoofdblessures), zijnde “severe subdural and subarachnoid hemorrhage, cerebral contusions” (Vertaling ES: “Ernstige subdurale en subarachnoïdale bloeding, cerebrale kneuzingen en hersenstam herniatie”), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, opzettelijk telkens met kracht tegen het hoofd met een vuist te slaan en/of te stompen, terwijl het feit de dood van voornoemde [slachtoffer] tengevolge heeft gehad;
(artikel 2:275 juncto artikel 2:277 lid 1 sub a van het Wetboek van Strafrecht)

meer subsidiair

dat hij op of omstreeks 5 augustus 2018 in Aruba, opzettelijk mishandelend [slachtoffer], die zijn levensgezel was, meermalen met kracht met zijn vuisten in/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft gestompt en/of geslagen, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;
(artikel 2:273 lid 4 juncto artikel 2:277 sub a van het Wetboek van Strafrecht)
3.Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4.Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
Het Gerecht is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken.
5.Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks5 augustus 2018 in Aruba, aan een persoon genaamd [slachtoffer], die zijn levensgezel was, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
“traumatic acute closed head injuries” (Vertaling ES: traumatische acute gesloten hoofdblessures), zijnde “severe subdural and subarachnoid hemorrhage, cerebral contusions” (Vertaling ES: “Ernstige subdurale en subarachnoïdale bloeding, cerebrale kneuzingen en hersenstam herniatie”), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal,opzettelijk telkens met kracht tegen het hoofd met een vuist te slaan
en/of te stompen, terwijl het feit de dood van voornoemde [slachtoffer] tengevolge heeft gehad;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
6.Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, administratienummer A-105/18, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 november 2018 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier bij voormeld korps.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feit of dezelfde feiten betrekking hebben.
Bijlage 2
* Een proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 augustus 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 2], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige], -zakelijk weergegeven-:
Ik ben een goede vriendin van [slachtoffer]. Ik noem haar [slachtoffer]. Op 5 augustus 2018 werd ik door [slachtoffer] opgebeld om haar op te halen. Bij aankomst stapte [slachtoffer] in de pick up en we reden naar de Eerste Hulp. [slachtoffer] zei tegen mij “[verdachte] a dal mi”.
Bijlage 13
* Een proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], agenten eerste klasse bij het Korps Politie Aruba en beiden ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche, district 1, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
Ik woon te [wijk] samen met mijn partner genaamd [slachtoffer]. Ik ben in een relatie met [slachtoffer] voor ongeveer twee jaar.
Bijlage 22
* Een proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 november 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 5] en [verbalisant 6], respectievelijk brigadier en brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba en beiden ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche, district 1, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
Op de dag van het incident sloeg ik haar met de zijkant van mijn rechtervuist tegen haar linkerwang. Vervolgens sloeg ik haar weer met de zijkant van mijn rechtervuist tegen de linkerkant van haar hoofd. Ik sloeg haar voor de derde keer met de zijkant van mijn linkervuist tegen de rechterkant van haar hoofd.
* Een geschrift, te weten
een rapport van autopsie #01 ( Aruba), opgemaakt en ondertekend door de patholoog dr. R.O. Gorgoza , betreffende een op 8 augustus 2018 verrichtte obductie van [slachtoffer], datum overlijden 6 augustus 2018, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
The body of [slachtoffer], pronounced dead on August 6, 2018, at Horacio Oduber Hospital, at about 04:45 AM was presented to me to perform the autopsy.
Cause of Death: Blunt Force head trauma,
Mechanism of death: Severe Subdural and Subarachnoid hemorrhage, cerebral contusions.
Brain stem herniation.
Manner of death : homicide

INTERNAL EXAMINATION

Head and Neck:The left temporal muscle shows evidence of large hematoma embedded into the muscle fibers. The muscular hematoma is coincidental with a subcutaneous hematoma on temporal area of the scalp. Also on the external part of the left superciliary area is a subcutaneous lineal hematoma coincidental with the left supraorbital ridge, this hematoma is in close proximity with the temporal injuries. At the opening of the membrane a large fresh subdural and subarachnoid hemorrhage extending from frontal, parietal, to occipital poles areas was observed. It is visible also in the left hemisphere at the top of the frontal lobe and temporal lobe a coagulated blood collection of 5x4cms (coup) and at the tip of the right occipital lobe a coagulated blood collection of 4x4cms ( countercoup).

FORENSIC AND ANATOMICAL CONSIDERATIONS OF THE AUTOPSY FINDINGS

EPICRISIS: The impact of a blunt force trauma on the head of the victim, cause the brain to hit the skull. Like a large bouncy ball in a small space, the brain then rebound and smash into the other side of the skull. This bouncing back and forth also cause twisting of the brain. The immediate tissue changes as result of the bouncing and twisting of the head trauma are: brain swelling caused by rupturing and hemorrhaging of the blood vessels between the skull and the brain that result in increased pressure on the brain and brain stem ( herniation), and loss of blood supply that is followed by brain tissue hypoxia/anoxia, then the excessive release of excitatory amino acis neurotransmitters, vasoconstrictors (prostaglandins and leukotrienes), obliteration of the microvasculature through adhesions of leucocytes and platelets to the vessel wall aggravated the picture. The brain blood barrier disruption reduced more the tissue perfusion and consequently contributes with the brain damage ( metabolic dysfunction). The previous descriptive consideration and the autopsy findings show that the case under investigation was in an advanced stage of brain deterioration that finally ended with the victims life, 14 hours after being admitted into the hospital.
Conclusion: the location of the head contusions and lacerations (skin), the hemorrhage on the left temporal muscle, the hemorrhage on the left temporal bone (petrous part) and the topography of the brain injuries: massive brain hemorrhages left frontotemporal (coup) and right occipital ( countercoupe), indicate us that the case under investigation can be classified as TRAUMATIC ACUTE CLOSED HEAD INJURIES due to a blunt force trauma applied on the lateral left side of the victem’s head.

FINAL DIAGNOSIS:

BLUNT FORCE TRAUMA TO THE HEAD
BRAIN PARENCHYMA LACERATION
BRAIN HEMORRHAGE (subdural and arachnoid)
BRAIN ODEMA
7.Bewijsoverwegingen
7.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde. Volgens de raadsman valt uit de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting niet af te leiden dat de verdachte het opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
7.2
Dat de verdachte opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel volgt naar het oordeel van het Gerecht uit zijn eigen eerste verklaring, afgelegd tegenover de politie. [1] Hierin verklaart de verdachte dat hij het slachtoffer met een vuistslag tegen het gezicht heeft geslagen en haar harde klappen tegen het hoofd heeft gegeven, zodanig dat hij dacht dat hij haar kaak had gebroken.
8.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Zware mishandeling terwijl het feit de dood ten gevolge heeft, begaan tegen zijn levensgezel
strafbaar gesteld bij artikel 2:275 juncto artikel 2:277 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
9.Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
10.Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zijn levensgezel, in de huiselijke omgeving, diverse vuistslagen tegen haar hoofd toegediend. Als gevolg daarvan heeft het slachtoffer ernstig hersenletsel opgelopen. Zij is kort daarna in coma geraakt en is niet meer bij bewustzijn geweest. Een dag later is zij aan haar verwondingen overleden. Dit is een zeer ernstig strafbaar feit.
Zware mishandeling in huiselijke sfeer roept gevoelens op van afschuw, onbegrip en boosheid. Juist thuis dient men zich veilig en geborgen te voelen. Niet alleen is de naaste omgeving geschokt door dergelijke feiten, maar ook de maatschappij. Dit geldt des te meer nu het slachtoffer, ten gevolge van het op haar door verdachte toegepaste geweld, is overleden.
Het overlijden van het slachtoffer heeft groot leed en verdriet teweeggebracht bij de nabestaanden, zoals is gebleken uit de door de benadeelde partij ter terechtzitting overgelegde statement.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte is, zo blijkt uit zijn uittreksel uit het justitieel documentatieregister, niet eerder veroordeeld voor een soortgelijk misdrijf.
Bij haar oordeel over de op te leggen straf betrekt het Gerecht de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze blijken uit het over hem uitgebrachte reclasserings- en psychologisch rapport.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
11.Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ad. Afl. 17122,60 , bestaande uit Afl. 10.622,60 aan materiele schade en Afl.6500,- aan immateriële schade.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Het oordeel van het Gerecht
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks materiële schade heeft geleden tot een bedrag Afl. 10.622,60. Uit de toelichting ter terechtzitting blijkt dit bedrag te bestaan uit onder meer de begrafeniskosten, alsmede de vliegticket van de benadeelde partij vanuit Nederland naar Aruba na de dood van het slachtoffer. De vordering is met stukken onderbouwd en de hoogte van die schade is niet betwist. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden.
Immateriële schade
Verder is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Deze schade vloeit voort uit de psychische gevolgen die de dood van het slachtoffer voor haar heeft gehad. De benadeelde partij heeft ter zitting onbetwist verklaard na dit ongeval last te hebben van paniek aanvallen, alsmede getraumatiseerd en depressief te zijn. Deze schade zal op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op
Afl. 6.500,-.
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikel 1:62 van Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
spreekt de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
zeven (7) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij] geleden schade toe tot een bedrag van Afl. 17.122,60 (zegge: zeventienduizendhonderdtweeëntwintig florin en zestig centen), bestaande uit Afl. 10.622,60 (zegge: tienduizendzeshonderdtweeëntwintig florin en zestig centen) aan materiele schade en Afl.6500,- (zegge: zesduizend vijfhonderd florin), aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door mw. M.V. Alvarez, (zittingsgriffier), en op 15 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:

Voetnoten

1.Een Proces-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], agenten eerste klasse bij het Korps Politie Aruba en beiden ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche, district 1, voor zover inhoudende, als verklaring van de verdachte [verdachte], die als bijlage 13 is opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, d.d. 21 november 2018 geregistreerd onder administratienummer A-105/18 en de onderzoeksnaam “Uit de hand”.