ECLI:NL:OGEAA:2019:141

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 februari 2019
Publicatiedatum
13 maart 2019
Zaaknummer
212 van 2015 / AUA201500643
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldbekentenis en betaling door gedaagde

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, de naamloze vennootschap [naam] CONSTRUCTION & REAL ESTATE N.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die inmiddels is overleden. De procedure is voortgezet op naam van de erfgenamen van de gedaagde, die echter hebben aangegeven de nalatenschap niet te aanvaarden. De zaak is uiteindelijk door de rechter voortgezet op naam van de oorspronkelijke gedaagde.

De vordering van eiseres is gebaseerd op een schuldbekentenis die gedaagde op 21 januari 2014 heeft ondertekend, waarin zij verklaarde een bedrag van Afl. 101.200,- verschuldigd te zijn aan eiseres. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd tot betaling, maar gedaagde heeft hier geen gehoor aan gegeven. Eiseres heeft vervolgens conservatoir derdenbeslag gelegd onder Aruba Airport Authority N.V. om haar vordering veilig te stellen.

De rechter heeft vastgesteld dat gedaagde geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering van eiseres. Gezien het feit dat de vordering niet is weersproken en de schuldbekentenis duidelijk aangeeft dat gedaagde het verschuldigde bedrag erkent, heeft de rechter de vordering toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en kosten, en is ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 27 februari 2019
Behorend bij A.R. 212 van 2015 / AUA201500643
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
[naam] CONSTRUCTION & REAL ESTATE N.V.,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: thans de advocaat mr. M.H.J. Kock,
tegen:
[gedaagde],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: gedaagde,
gemachtigde: voorheen de advocaat mr. D.L. Emerencia.

1.DE PROCEDURE

1.1
Op 5 februari 2015 werd het inleidend verzoekschrift ingediend, waarna de zaak, nadat deze voor conclusie van antwoord was komen te staan, op de rol van 14 december 2016 werd geroyeerd.
1.2
Bij faxbrief van 25 april 2018 heeft de huidige gemachtigde van eiseres verzocht om de zaak weer op de rol te plaatsen.
1.3
Bij faxbrief d.d. 13 mei 2018 heeft de voormalige gemachtigde van eiseres het gerecht heeft medegedeeld dat de gedaagde is overleden.
1.4
Nadat eiseres opgave van de wettige erfgenamen had gedaan, zijn de (bekende) wettige erfgenamen opgeroepen om het geding op hun naam te hervatten. De opgeroepen erfgenamen van wijlen gedaagde zijn verschenen maar hebben te kennen gegeven dat zij de nalatenschap van wijlen gedaagde niet hebben aanvaard en de procedure niet op hun naam wensen te hervatten.
1.5
Gelet op het voorgaande is de procedure op naam van de oorspronkelijke gedaagde voortgezet.
1.6
De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 21 januari 2014 heeft gedaagde een schuldbekentenis ondertekend, waarbij zij verklaarde aan eiseres schuldig te zijn ad Afl. 101.200,- met rente en kosten.
2.2
Bij brief van 15 juli 2014 heeft eiseres gedaagde gesommeerd tot betaling van een bedrag van Afl. 107.272,-. Gedaagde heeft aan deze sommatie geen gevolg gegeven.
2.3
Eiseres heeft na daartoe bekomen verlof op 23 januari 2015 ten laste van gedaagde conservatoir derdenbeslag doen leggen onder Aruba Airport Authority N.V.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van gedaagde tot betaling van Afl. 101.200,-, te vermeerderen met de contractuele rente tot de dag der voldoening, met veroordeling van gedaagde tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat gedaagde haar verplichtingen uit de schuldbekentenis niet is nagekomen.
3.3
Gedaagde heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Nu de vordering niet is weersproken en bovendien uit de overgelegde schuldbekentenis d.d. 21 januari 2014 volgt dat gedaagde met de hand heeft geschreven dat zij een bedrag van Afl. 101.200,- vermeerderd met rente en kosten verschuldigd is aan eiseres, zal de vordering worden toegewezen.
4.2
Als de in het ongelijk te stellen partij zal gedaagde worden veroordeeld om de proceskosten van eiseres te vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van Afl. 101.200,-, te vermeerderen met de contractuele rente ad 1% per maand vanaf 21 januari 2014 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eiseres worden begroot op Afl. 1.100,- aan griffierecht, Afl. 859,58 aan explootkosten en Afl. 4.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 27 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.