ECLI:NL:OGEAA:2019:138
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake geldleningsovereenkomst en borgstelling met betrekking tot betalingsverplichtingen
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J. Hart, gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M. de Sousa en gedaagde sub 2 procederend in persoon, aangeklaagd voor het niet nakomen van betalingsverplichtingen voortvloeiend uit een geldleningsovereenkomst. Eiser heeft meerdere keren geld verstrekt aan gedaagde sub 1, in totaal Afl. 80.000,-, en gedaagde sub 2 heeft zich als borg gesteld voor deze schuld. Eiser heeft gedaagden in gebreke gesteld, maar gedaagden hebben de betalingsverplichtingen niet nagekomen.
Gedaagde sub 2 heeft verweer gevoerd en in voorwaardelijke reconventie gevorderd dat, indien zij niet aansprakelijk is als borg, de overeenkomst tot geldlening nietig verklaard wordt, omdat eiser geen vergunning zou hebben om beroepsmatig geld uit te lenen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat gedaagde sub 2 haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd en dat de vordering van eiser voor toewijzing in aanmerking komt. De wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen, en de vordering in reconventie is niet behandeld omdat de voorwaarde niet is vervuld.
De uitspraak, gedaan op 27 februari 2019, veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van Afl. 58.409,63, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten, en wijst het meer of anders gevorderde af. De kosten van de procedure zijn eveneens toegewezen aan eiser.