Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
woensdag 27 maart 2019voor een akte aan de zijde van beide partijen naar aanleiding van hetgeen is overwogen onder 4.6.2 en 4.6.3 ,
P1;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak vordert eiseres, een patiënte, schadevergoeding van gedaagden, een oogartsenpraktijk en een individuele arts, wegens onvolledige en trage behandeling van haar oogklachten. Eiseres heeft zich op 23 januari 2015 bij de arts gemeld met ernstige oogklachten, waarbij de arts de diagnose centrale retinale afsluiting (CRVO) stelde. Ondanks deze ernstige diagnose heeft de arts onvoldoende follow-up en controle geboden, en is er een aanzienlijke vertraging opgetreden in de behandeling. Eiseres heeft uiteindelijk het zicht in haar linkeroog verloren en heeft een klacht ingediend bij de Directie Volksgezondheid, die gegrond is bevonden. De arts is door het Medisch Tuchtcollege Aruba berispt voor zijn handelen. Eiseres vordert nu een schadevergoeding van Afl. 50.000,- voor immateriële schade en Afl. 500,- voor materiële schade, vermeerderd met rente en kosten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de arts tekort is geschoten in zijn zorgplicht. De arts heeft niet adequaat gereageerd op de ernstige aandoening van eiseres en heeft geen goede overdracht van zorg aan een collega geregeld tijdens zijn afwezigheid. Bovendien heeft de arts niet tijdig ingegrepen toen de behandeling door defecte apparatuur mislukte. Het Gerecht oordeelt dat de arts aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden als gevolg van zijn tekortkomingen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor deskundigenbericht om de schade en het causaal verband verder te onderzoeken. De uitspraak is gedaan op 27 maart 2019.