ECLI:NL:OGEAA:2019:13
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke schadevergoedingzaak
In deze zaak heeft de appellant, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen de Directeur van de Dienst Openbare Werken. De appellant had eerder schadevergoedingen aangevraagd, maar deze verzoeken werden door de verweerder afgewezen. Na het indienen van bezwaar tegen deze afwijzing, verklaarde de verweerder de bezwaren niet-ontvankelijk, omdat deze niet gericht waren tegen beschikkingen in de zin van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (LAR). Hierop heeft de appellant op 22 augustus 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van beroep op 11 juli 2017 was verstreken. De appellant heeft aangevoerd dat zijn termijnoverschrijding te wijten was aan onwetendheid over het recht en onbekendheid met de LAR-procedure. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden geen grond bieden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Daarom heeft het Gerecht het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is gedaan op 7 januari 2019 door mr. A.J.H. van Suilen en is openbaar uitgesproken. De appellant is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, met inachtneming van de vereiste griffierechten.