ECLI:NL:OGEAA:2019:120

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
11 maart 2019
Zaaknummer
AUA201801250
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oproeping in vrijwaring in civiele aansprakelijkheidszaak tegen ziekenhuis en arts

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het een incident tot vrijwaring in een civiele aansprakelijkheidszaak. De eiser, aangeduid als [eiser], heeft de Stichting Ziekenverpleging Aruba (SZA) aansprakelijk gesteld voor schade die is ontstaan tijdens een operatie op 29 september 2015, waarbij desinfectiemiddel in zijn ogen is gekomen. De SZA heeft op haar beurt verzocht om dr. [naam arts] in vrijwaring op te roepen, omdat deze arts de operatie heeft uitgevoerd en niet in dienst is van de SZA. De SZA stelt dat er een toelatingsovereenkomst bestaat die de arts verantwoordelijk maakt voor de gevolgen van zijn handelen.

De procedure omvatte de incidentele conclusie van SZA en de conclusie van antwoord van [eiser]. Het gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende gronden zijn voor de oproeping van dr. [naam arts] in vrijwaring. De rechter oordeelde dat de SZA belang heeft bij de oproeping van de arts, zodat het verzoek werd toegewezen. De beslissing over de kostenveroordeling werd aangehouden, en de zaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.

De uitspraak werd gedaan op 13 februari 2019 door mr. J. Sap, en de zaak zal verder worden behandeld op 13 maart 2019. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 13 februari 2019
Behorend bij A.R. AUA201801250
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot vrijwaring in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. R.J. Kock,
tegen:
de stichting
Stichting Ziekenverpleging Aruba SZA h.o.d.n. Dr. Horacio Oduber Hospital,
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna ook te noemen: SZA,
gemachtigde: de advocaat mr. J.L. Peterson,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie van SZA;
- de conclusie van antwoord in het incident van [eiser].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Voor zover voor de beslissing van belang staan de volgende feiten als erkend of niet voldoende gemotiveerd weersproken in dit geding vast.
2.2
Op 29 september 2015 werd [eiser] geopereerd door dr. [Naam arts] in de operatiekamer van SZA.
2.3
Tijdens de operatie aan de hoofdhuid is desinfectiemiddel in de ogen van [eiser] gekomen.
2.4 [
eiser] heeft SZA voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk gesteld.

3.HET VERZOEK

3.1
SZA meent gronden te hebben om van dr. [naam arts] vrijwaring te vorderen en verzoekt op voet van artikel 71 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering oproeping van deze persoon te bevelen.
3.2
SZA grondt het verzoek erop dat dr. [naam arts] [eiser] heeft geopereerd, dat dr. [naam arts] niet in dienst is van SZA en dat tussen SZA en dr. [naam arts] een toelatingsovereenkomst is gesloten. Ingevolge art. 2 lid 4 van die Toelatingsovereenkomst is bepaald dat de vrijgevestigde arts, in dit geval dr. [naam arts], zelf verantwoordelijk is voor het gebruik maken van de onderzoeks- en behandelruimten van het ziekenhuis voor de behandeling van zijn patiënten en de daaruit voortvloeiende aanspraken. Er is, aldus SZA, een rechtsverhouding die meebrengt dat dr. [naam arts] verplicht is om de nadelige gevolgen van de beslissing in de hoofdzaak te dragen. SZA kan de schade, die mogelijk het gevolg is van een verwijtbare fout van dr. [naam arts], op dr. [naam arts] verhalen, aldus SZA.
3.3 [
eiser] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Voor toewijzing van de vordering tot oproeping in vrijwaring is voldoende dat blijkt dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is om de nadelige gevolgen van een veroordeling van de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Tussen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in vrijwaring hoeft geen rechtstreeks verband te bestaan. Evenmin is vereist dat de waarborg verplicht is om de gewaarborgde in de procedure bij te staan. Indien aan het vereiste voor het toestaan van oproeping in vrijwaring in beginsel is voldaan dient de rechter over te gaan tot een onderzoek van de belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering teneinde te kunnen beoordelen of de oproeping tot vrijwaring in de omstandigheden van het geval op haar plaats is en meer in het bijzonder of daarvan wellicht onredelijke of onnodige vertraging van het geding te verwachten is.
4.2
In het licht van de stellingen van SZA is het gerecht van oordeel dat zij er belang bij heeft om dr. [naam arts] in vrijwaring op te roepen, zodat het verzoek wordt toegestaan.
4.3
De beslissing op de kostenveroordeling wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het verzoek toe;
beveelt dr. [naam arts] in vrijwaring op te roepen tegen de zitting van woensdag 13 maart 2019 onder overlegging van het inleidend verzoekschrift in de hoofdzaak, de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring en dit vonnis in het incident, ten einde te worden gehoord op de vordering tot veroordeling van dr. [naam arts] om aan SZA te vergoeden, hetgeen waartoe SZA in de hoofdzaak jegens [eiser] zal worden veroordeeld;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 13 maart 2019 voor conclusie van antwoord zijdens SZA;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.