ECLI:NL:OGEAA:2019:117

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
11 maart 2019
Zaaknummer
AUA201703052
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake koopovereenkomst tussen eiseres en [naam bedrijf]

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.M. Canwood, een vordering ingesteld tegen [naam bedrijf], dat opereert onder de handelsnaam IWD INNOVATIVE WINDOWS & DOORS, vertegenwoordigd door mr. S.O.R.’G. Faarup. De zaak betreft een geschil over een koopovereenkomst die op 19 mei 2017 werd gesloten, waarbij [naam bedrijf] zich verplichtte om nieuwe ramen en deuren te leveren aan eiseres. Eiseres heeft een aanbetaling van Afl. 14.271,34 gedaan, maar de levering vond niet plaats binnen de afgesproken termijn. Op 6 oktober 2017 heeft eiseres de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat de levering niet had plaatsgevonden. Het Gerecht heeft geoordeeld dat [naam bedrijf] in gebreke is gebleven en dat de ontbinding van de overeenkomst door eiseres gerechtvaardigd was. Het Gerecht heeft [naam bedrijf] veroordeeld om de aanbetaling terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft [naam bedrijf] ook veroordeeld in de proceskosten. De vordering van eiseres tegen Innovative werd afgewezen, omdat Innovative geen rechtspersoon is en niet als zodanig kan worden aangesproken. Het vonnis is uitgesproken op 13 februari 2019 door mr. A.H.M. van de Leur.

Uitspraak

Vonnis van 13 februari 2019 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. AUA201703052
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[Eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood,
tegen:
[Naam]h.o.d.n.
IWD INNOVATIVE WINDOWS & DOORS(hierna: Innovative),
wonende en gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [naam bedrijf],
gemachtigde: de advocaat mr. S.O.R.’G. Faarup.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de conclusie van repliek, met één productie;
-de omstandigheid dat [naam bedrijf] geen gebruik heeft gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om een conclusie van antwoord te dienen; in de plaats daarvan heeft [naam bedrijf] gepersisteerd in het door hem bij gelegenheid van antwoord gestelde.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
eiseres] verzoekt dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-[naam bedrijf] en Innovative hoofdelijk veroordeelt om aan [eiseres] te betalen Afl. 14.271,34, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 6 oktober 2017;
-te dezen enige andere juist of redelijk voorkomende beslissing neemt;
-[naam bedrijf] veroordeelt in de proceskosten.
2.2 [
naam bedrijf] voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [eiseres] verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
eiseres] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar jegens Innovative gerichte vordering. Innovative betreft immers de handelsnaam van de aan [naam bedrijf] toebehorende en met hem te vereenzelvigen eenmanszaak, welke zaak geen rechtspersoon (met een eigen van [naam bedrijf] afgescheiden vermogen) en daarom geen rechtssubject is.
3.2
Niet in geschil is tussen partijen dat zij op 19 mei 2017 een koopovereenkomst hebben gesloten krachtens welke [naam bedrijf] in China te vervaardigen nieuwe ramen en deuren zou leveren aan [eiseres] tegen betaling van Afl. 24.735,70. Vast staat verder dat [eiseres] op 22 mei 2017 de tussen partijen overeengekomen aanbetaling ad Afl. 14.271,34 heeft betaald aan [naam bedrijf].
3.3
In het licht van vorenstaande en in dat van de door haar als productie 3 overgelegde
“invoice” van (de eenmanszaak van) [naam bedrijf] van 19 mei 2017, waarin 3 maanden als leveringstermijn staat vermeld, heeft [eiseres] onvoldoende (nader) bestreden gesteld dat partijen op 19 mei 2017 zijn overeengekomen dat levering van de door haar gekochte ramen en deuren uiterlijk drie maanden na voormelde aanbetaling zou plaatsvinden. Daarbij heeft te gelden dat gesteld noch is gebleken dat op de koopovereenkomst algemene voorwaarden van [naam bedrijf] van toepassing zijn, zodat niet vast komt te staan de op de factuur van 29 mei 2017 vermelde (naar het oordeel van het Gerecht) algemene voorwaarden werken jegens [eiseres]. Aldus komt wel vast te staan dat bedoelde ramen en deuren uiterlijk op 22 augustus 2017 door [naam bedrijf] geleverd moesten worden aan [eiseres], welke datum naar het oordeel van het Gerecht heeft te gelden als een zogeheten fatale datum. Indien levering aan [eiseres] van bedoelde ramen en deuren niet heeft plaatsgevonden op uiterlijk die datum, treedt in beginsel verzuim aan de zijde van [naam bedrijf] zonder ingebrekestelling in.
3.4
Vast staat in elk geval dat de ramen en deuren niet waren geleverd aan [eiseres] op 6 oktober 2017, en dat [eiseres] bij schrijven van die datum de tussen partijen gesloten koopovereenkomst buiten rechte heeft ontbonden. [naam bedrijf] stelt in dit verband dat de tekortkoming aan zijn zijde dermate gering is dat die een ontbinding van de koopovereenkomst en de gevolgen daarvan voor [naam bedrijf] niet rechtvaardigt. Het Gerecht volgt [naam bedrijf] niet in die door [eiseres] bestreden stelling. Er was immers naar het oordeel van het Gerecht geen sprake van een geringe maar juist een ernstige tekortkoming (zijnde een grove termijnoverschrijding), hetgeen temeer geldt omdat gesteld noch is gebleken dat op 6 oktober 2017 zicht was op spoedige levering van de door [eiseres] bestelde ramen en deuren. Sterker nog: naar eigen zeggen van [naam bedrijf] heeft hij de door [eiseres] gekochte ramen en deuren eerst op 1 december 2017 vanuit China ontvangen. In dat verband wijst het Gerecht [naam bedrijf] op de niet door hem bestreden inhoud van de aan (de eenmanszaak van) [naam bedrijf] gerichte brief van [eiseres] van 28 september 2017. Die brief, waarin met “
ik” wordt bedoeld [eiseres] en met “
de zending” de door [eiseres] gekochte ramen en deuren, vermeldt onder meer:
“(…).
Ik heb (…) gisteren, 27 september 2017, telefonisch contact met u opgenomen en kreeg tot mijn verbazing te horen dat de zending nog steeds bij de leverancier in China was, en u geen datum van vertrek had en na verscheping het 5 weken zal duren voor aankomst in Aruba.
(…).”.
3.5
Vorenstaande brengt mee dat als niet of onvoldoende bestreden komt vast te staan dat op 27 september 2017, ofwel ruim een maand na de fatale leveringsdatum van 22 augustus 2017, de ramen en deuren niet eens waren verscheept vanuit China naar Aruba. Het hele betoog van [naam bedrijf], dat een de scheepvaart belemmerende storm in de buurt van China/Japan de oorzaak was van de vertraagde levering, is tegen die achtergrond zonder nadere uitleg - die ontbreekt – onbegrijpelijk en wordt daarom gepasseerd. Gesteld noch is gebleken immers dat die storm meer dan een maand heeft geduurd. Het (impliciete) beroep van [naam bedrijf] op overmacht mist in het licht van vorenstaande grondslag en wordt daarom verworpen.
3.6
De slotsom luidt dat [eiseres] op goede en terechte grond de tussen partijen gesloten koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, hetgeen met zich brengt dat [naam bedrijf] gehouden is om de door [eiseres] verrichte aanbetaling, ad het in hoofdsom gevorderde bedrag, terug te betalen aan [eiseres]. Er zijn geen overige feiten of omstandigheden gesteld die een ander oordeel kunnen rechtvaardigen. De vordering in hoofdsom zal worden toegewezen. De nevenvordering ter zake van wettelijke rente zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen als na te melden.
3.7 [
naam bedrijf] zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres] waaronder begrepen het bij partijen genoegzaam bekende ten laste van [naam bedrijf] gelegde conservatoire beslag, tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 207,-- + 279,45 + 193,55 + 188,37 =)
Afl. 1.618,37 aan verschotten (kosten van oproep- en beslagexploten voor zover die exploten betrekking hebben op [naam bedrijf]; kosten van exploten met betrekking tot Innovative blijven buiten beschouwing) en Afl. 3.000,-- aan salaris voor de gemachtigde (3 punten van liquidatietarief 4, ad Afl. 1.000,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt [naam bedrijf] om aan [eiseres] te betalen Afl. 14.271,34, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 6 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt [naam bedrijf] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.618,37 aan verschotten en
Afl. 3.000,-- aan salaris voor de gemachtigde;
-verklaart voormelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
-verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar tegen Innovative gerichte vordering;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.