ECLI:NL:OGEAA:2018:849

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 december 2018
Publicatiedatum
21 februari 2019
Zaaknummer
CVB nr. 2218 van 2016/ AUA201601600
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • J.R. Geerman
  • E. de Cuba
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake ziekengeld door termijnoverschrijding

In deze zaak heeft het College van Beroep op 6 december 2018 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep van een appellant inzake ziekengeld. De appellant, wonende te Aruba, had op 9 september 2016 beroep aangetekend tegen een beslissing van de Sociale Verzekeringsbank, die op 10 augustus 2016 had besloten dat hij geen recht had op ziekengeld. De bank stelde dat de appellant geen recht op ziekengeld had omdat de ziekte was ontstaan op een moment dat hij niet de hoedanigheid van arbeider bezat.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van drie weken na de dagtekening van de beslissing op 1 september 2016 was verstreken. De appellant had zijn beroepschrift te laat ingediend, zelfs als rekening werd gehouden met de ontvangstdatum van de beslissing. De bank had primair geconcludeerd tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van de appellant wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank oordeelde dat er geen omstandigheden waren gesteld of gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarom werd de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de beroepstermijnen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

Uitspraak van 6 december 2018
behorende bij CVB nr. 2218 van 2016/ AUA201601600
COLLEGE VAN BEROEP
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van
de Landsverordening ziekteverzekering (LvZv) van
[ X ],
wonende te Aruba,
APPELLANT,
procederende in persoon,
tegen de beslissing d.d. 10 augustus 2016 van de
DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK,
gevestigd te Aruba,
VERWEERDER, hierna ook te noemen: de bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Bij beschikking van 10 augustus 2016 (hierna: de bestreden beschikking) heeft de bank besloten dat appellant geen recht heeft op ziekengeld aangezien de ziekte is ontstaan op het moment dat appellant niet de hoedanigheid van arbeider bezat.
1.2
Tegen de bestreden beschikking heeft appellant op 9 september 2016 beroep aangetekend.
1.3
Op 1 december 2016 heeft de bank verweerschrift ingediend.
1.4
Het beroep van appellante is op de bijeenkomst van 24 augustus 2017 van dit college behandeld, alwaar aanwezig waren namens de bank mr. B. Every, juridisch adviseur, en drs. M. Schaad, verzekeringsarts, bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. Appellant Is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen.

2.DE OVERWEGING

De ontvankelijkheid

2.1
De bank heeft primair geconcludeerd tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant wegens termijnoverschrijving.
2.2
Ingevolge artikel 10, lid 1 van de LvZv is tegen een beslissing van de bank binnen drie weken na haar dagtekening schriftelijk beroep mogelijk op dit College, hetwelk in enige en hoogste instantie beslist.
2.4
Niet in geschil is dat de bestreden beslissing van 10 augustus 2016, door appellant op 12 augustus 2016 is ontvangen. Gelet op het bovenstaande is de beroepstermijn van drie weken na dagtekening van de beslissing op 1 september 2016 verstreken. Appellant heeft het beroepschrift ingediend op 9 september 2016. Dit is ruim na het verstrijken van bedoelde beroepstermijn. Ook als wordt uitgegaan van de ontvangstdatum van de beslissing en een beroepstermijn van drie weken, is het beroepschrift te laat ingediend. Nu overigens gesteld noch gebleken is dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht, dient appellant niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

3.DE BESLISSING

Het college:
verklaart het beroepschrift van appellant niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven op 6 december 2018 door mr. N.K. Engelbrecht, voorzitter, J.R. Geerman en E. de Cuba, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris.