ECLI:NL:OGEAA:2018:834

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 november 2018
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
362 en 541 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vuurwapenbezit, Diefstal met geweld en Afpersing in Aruba

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte op 23 november 2018 veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder vuurwapenbezit, diefstal met geweld en afpersing. De verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, was eerder onherroepelijk veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft de bewezenverklaarde feiten gepleegd tijdens een proeftijd van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De feiten omvatten onder andere het voorhanden hebben van een vuurwapen op 28 april 2018, diefstal in vereniging met geweld op 4 maart 2018, en een woninginbraak op 23 maart 2018. De verdachte heeft samen met mededaders slachtoffers bedreigd en beroofd, wat leidde tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden, wat door het Gerecht werd toegewezen. Daarnaast werd een schadevergoeding aan de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van Afl. 9.103,63. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte niet alleen materiële schade had veroorzaakt, maar ook psychisch leed had toegebracht aan de slachtoffers. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden, met aftrek van voorarrest, en het in beslag genomen vuurwapen werd onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

Parketnummers: P-2018/04388 en P-2018/08091
Zaaknummers: 362 en 541 van 2018
Uitspraak: 23 november 2018 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.

Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 27 juli 2018 en 2 november 2018. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door zijn raads-vrouw in de zaak met parketnummer P-2018/04388, mr. G.M. Sjiem Fat, advocate in Aruba.
In de zaak met parketnummer P-2018/08091 heeft de verdachte afstand gedaan van het recht op rechtsbijstand.
Ter terechtzitting van 2 november 2018 zijn de zaken met bovenvermelde parketnummers gevoegd.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft bij monde van zijn gevolmachtigde [gevolmachtigde] zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. W. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het in de zaken met parketnummers P-2018/04388 en P-2018/08091 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en zes maanden, met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 9.103,63 en de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
In de zaak met parketnummer P-2018/04388
1. dat hij op 28 april 2018 te Aruba een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
(artikel 3 van de Vuurwapenverordening)
2. dat hij op of omstreeks 4 maart 2018 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud en/of een gouden halsketting en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld, gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat:
- verdachte met de kolf van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen
gelijkende voorwerp die [slachtoffer 1], meermalen althans eenmaal,
op zijn hoofd heeft geslagen
- verdachte die [slachtoffer 2] met een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkende voorwerp op het hoofd heeft geslagen;
(artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht)
en/of
dat hij op of omstreeks 4 maart 2018 te Aruba, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een Armani herenpolshorloge en/of een portemonnee met inhoud, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de richting van die [slachtoffer 2] heeft gericht/gericht heeft gehouden, en die [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
(artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht)
3. dat hij op of omstreeks 23 maart 2018 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) opzettelijk en wederrechtelijk in die woning/op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 3], vertoefde(n), heeft weggenomen:
- een kluis inhoudende onder meer Awg. 5000,- (vijfduizend florin) en/of
€ 3000,- (drieduizend Euro),
  • een motorblok van een benzine motorfiets en/of
  • een VR bril en/of
  • een of meer parfums en/of
  • een of meer whisky flessen,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel,
(artikel 2:291 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
In de zaak met parketnummer P-2018/08091
Hij op
25 februari 2018te Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig, (van het merk [merk], model [model] met kenteken [kentekennummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of (een) valse sleutel(s);
(artikel 2:288/2:289 van het wetboek van strafrecht

Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Bewezenverklaring

Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte in de gevoegde zaken is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer P-2018/04388
1. dat hij op 28 april 2018 te Aruba een vuurwapen
en/of munitieals bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
2. dat hij op
of omstreeks4 maart 2018 in Aruba tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud en
/ofeen gouden halsketting en
/ofeen mobiele telefoon,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes medededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan
envergezeld,
gevolgdvan geweld
en/of bedreiging met geweldtegen die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
engemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld
en bedreiging met geweldhierin bestond dat:
  • een van verdachtes mededadersmet de kolf van
    een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen
    gelijkendvoorwerp die [slachtoffer 1], meermalen
    althans eenmaal,op zijn hoofd heeft geslagen
  • verdachte die [slachtoffer 2] met
vuurwapen
gelijkendvoorwerp op het hoofd heeft geslagen;
en
/of
dat hij op
of omstreeks4 maart 2018 te Aruba, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een Armani herenpolshorloge en
/ofeen portemonnee met inhoud,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die
[slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welkegeweld enbedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
meteen vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp
in de richting van die [slachtoffer 2] heeft gericht/gericht heeft gehouden, endie [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
3. dat hij op
of omstreeks23 maart 2018 in Aruba, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning
of op een bij een woning behorend besloten erf, te weten [adres 1], terwijl verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)opzettelijk en wederrechtelijk in die woning
/op dat erf, in gebruik bij [slachtoffer 3], vertoefde
(n
), heeft weggenomen:
- een kluis inhoudende onder meer Awg. 5000,- (vijfduizend florin) en
/of
€ 3000,- (drieduizend Euro),
  • een motorblok van een benzine motorfiets en/of
  • een VR bril en/of
  • een of meer parfums en/of
  • een of meer whisky flessen,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s),waarbij verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofhet
/deweg te nemen goed
(eren)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
In de zaak met parketnummer P-2018/08091
hij op 25 februari 2018 te Aruba, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een motorvoertuig, (van het merk [merk], model [model] met kenteken [kentekennummer]),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of (een) valse sleutel(s);.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd; omwille van de leesbaarheid zijn ook wijzigingen aangebracht in de bewezenverklaring (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.

Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2018/04388
1. Overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening.
2. Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken, terwijl het feit door twee of meer verenigde personen is gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291 juncto 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht
en
Afpersing,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze onder 2 genoemde feiten zijn begaan als voortgezette handeling.
3. Diefstal in een woning door iemand die artikel 2:65 van het Wetboek van Strafrecht heeft overtreden, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, terwijl het feit door twee of meer verenigde personen is gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:290 juncto artikel 2:289, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. De verdachte was mede-inzittende van een auto, waarvan de bestuurder door rood licht reed. Na door politiesurveillance te zijn achtervolgd, werd onder meer de verdachte aangehouden. Bij de veiligheidsfouillering werd in verdachtes onderbroek een geladen revolver aangetroffen. Het voorhanden hebben van een dergelijk vuurwapen kan gevaarlijke situaties met zich brengen en behoort tot een categorie feiten die een ernstige inbreuk maakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaakt.
Ook heeft de verdachte zich, samen met zijn mededaders, schuldig gemaakt aan een gewapende overval. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan afpersing. De verdachte heeft, onder het aanbieden van zijn diensten als taxichauffeur, in de nachtelijke uren twee personen ([slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) in zijn auto vervoerd. Tijdens de rit heeft hij twee mededaders opgehaald en is naar een verafgelegen wijk doorgereden. De verdachte en een van zijn mededaders mishandelden elk afzonderlijk een slachtoffer met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Daarbij werden de slachtoffers van hun bezittingen beroofd. De verdachte heeft ook het slachtoffer [slachtoffer 2] gedwongen zijn polshorloge en portemonnee met inhoud aan hem af te geven, terwijl hij het slachtoffer met het op een vuurwapen gelijkend voorwerp bedreigde. De verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers daarna hulpeloos achtergelaten.
De verdachte en zijn mededaders hebben met deze gewapende overval de rechtsorde ernstig geschokt en gezorgd voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Als schadelijk voor het imago voor Aruba als relatief veilig land, kunnen zij op termijn ook de economie en welvaart van dit land ondermijnen. De verdachte en zijn mededaders hebben de slachtoffers niet alleen financiële schade, maar vooral ook grote angst en leed toegebracht. Slachtoffers van dergelijke daden kunnen nog langdurig lijden onder de (geestelijke) gevolgen daarvan.
Voorts heeft de verdachte zich, samen met twee mededaders, schuldig gemaakt aan een woninginbraak. De verdachte en zijn mededaders hebben zich in afwezigheid van de bewoner - die op dat moment in het buitenland verkeerde - de toegang tot de woning verschaft door de achterdeur van de woning te vernielen. Zij hebben de woning doorzocht en een kluis met inhoud uit een muur gerukt.
Tevens hebben de verdachte en een ander in de nachtelijke uren een [model] vanuit een parkeerplaats weggenomen.
Diefstallen zijn hinderlijke feiten die voor de benadeelde hinder en (materiële) schade met zich meebrengen en gevoelens van verloedering in de samenleving veroorzaken. Behalve de materiële schade die wordt aangericht, is het vooral ook het schenden van het ongestoorde bezit dat gedupeerden zo schokt.
De verdachte is met zijn handelen geheel voorbij gegaan aan de gevoelens van onveiligheid die veelal door een woninginbraak bij de bewoners worden veroor-zaakt.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte is, zo blijkt uit het uittreksel uit het Algemene Documentatieregister, eerder onherroepelijk veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De verdachte heeft het bewezen verklaarde gepleegd in een proeftijd van een opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. Dat heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf zoals door de officier van justitie gevorderd passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

In beslag genomen voorwerpen

Aan de orde is voorts het onder de verdachte in beslag genomen voorwerp.
Het inbeslaggenomen vuurwapen is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu het voorwerp met betrekking tot het in de zaak met parketnummer P-2018/04388 onder 1 bewezen verklaarde is begaan.
Het ongecontroleerde bezit van dit voorwerp is bovendien in strijd met de wet en/of het algemeen belang. Het Gerecht zal het voorwerp daarom onttrekken aan het verkeer.

Schadevergoeding in de zaak met parketnummer P-2018/04388

De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 11.106,-.
De verdediging heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht echter genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] als gevolg van verdachtes onder 3 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van Afl. 9.103,63.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor beslissing in de strafzaak. De benadeelde partij kan daarom in zoverre niet worden ontvangen en dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Het Gerecht zal de verdachte ook veroordelen in de proceskosten van de benadeelde partij voor zover die betrekking hebben op zijn vordering. Door of namens de benadeelde partij is niet naar voren gebracht dat zulke kosten zijn gemaakt, zodat die kosten dienen te worden begroot op nihil.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:74, 1:75, 1:134, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
vier (4) jarenen
zes (6) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een bruine revolver van het merk “[merk]”;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 3] geleden schade toe tot een bedrag van
Afl. 9.103,63 (zegge: negenduizendhonderddrie florin en drieënzestig cent),en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte kosten voor zover die betrekking hebben op diens vordering, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door mr. E.M.J. Jandroep, zittingsgriffier, en op 23 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier: