Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
de huurster [HUURSTER]voor Afl. 30.000,00. Tevens had [GEDAAGDE] hem verzocht om een verzoek voor hem op te stellen en te richten aan de Minister van Integratie Infrastructuur en Planning om de huur te verminderen en in erfpacht uit te geven aan
[HUURSTER].
[HUURSTER]vernomen
dat [GEDAAGDE] het huis aan haarhad verkocht voor Afl. 30.000,00. Ook heeft zij verteld dat [GEDAAGDE] een brief had gestuurd aan DIP met het verzoek
om de huurgrond ten behoeve van [HUURSTER] om te zetten in erfpacht.
[HUURSTER]gesproken hebben over de koop van het huis, dat [HUURSTER] van [GEDAAGDE] (althans de erven van zijn overleden vader) huurde. Hoewel [GEDAAGDE] de betrouwbaarheid van deze verklaring in twijfel trekt, ziet het gerecht geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Het lag op de weg van [GEDAAGDE] om uit te leggen waarom de verklaring van zowel [NAAM INGENIEUR] als [BUURVROUW] onjuist zouden zijn. Nu hij dat niet, althans onvoldoende feitelijk onderbouwd heeft gedaan, gaat het gerecht ervan uit dat tussen
[HUURSTER]en [GEDAAGDE] mondeling een koopovereenkomst is gesloten, waarbij
[HUURSTER]het huurhuis voor fl. 30.000,00 heeft gekocht van [GEDAAGDE].