ECLI:NL:OGEAA:2018:830

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 september 2018
Publicatiedatum
11 januari 2019
Zaaknummer
426 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van keurings- en belastingstickers in Aruba

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 20 mei 2018 in Aruba werd aangehouden, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 september 2018 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk in bezit hebben van vervalste geschriften, namelijk een DTI-voertuigkeuringssticker en een belastingcontrolesticker. Tijdens de openbare terechtzitting, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M.F. Zara, eiste de officier van justitie, mr. Y. Pronk, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft de vervalste stickers opzettelijk voorhanden gehad, wetende dat deze bestemd waren om als echt en onvervalst gebruikt te worden. De bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van bevindingen en verklaringen van verbalisanten, ondersteunden de beschuldigingen. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het gebruik van valse geschriften, zoals vastgelegd in artikel 2:284 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

Na afweging van de omstandigheden, waaronder de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, werd besloten dat een gevangenisstraf van twee maanden passend was. Tevens werd de verbeurdverklaring van de vervalste stickers gelast. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. Y.M. Vanwersch en is openbaar gemaakt op 13 september 2018.

Uitspraak

Parketnummer: P-2018/05070
Zaaknummer: 426 van 2018
Uitspraak: 13 september 2018 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 september 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.M.F. Zara, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het tenlastegelegde feit bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met aftrek van voorarrest. Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op 20 mei 2018 te Aruba opzettelijk een of meer valse of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, namelijk een valse of vervalste DTI-voertuigkeuringssticker en/of belastingcontrolesticker, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat voormelde valse of vervalste stickers bestemd waren om gebruik van te maken als waren zij echt en onvervalst;
(artikel 2:184 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 mei 2018 te Aruba opzettelijk
een ofmeer
valse ofvervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, namelijk een
valse ofvervalste DTI-voertuigkeuringssticker en
/ofbelastingcontrolesticker, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat voormelde
valse ofvervalste stickers bestemd waren om gebruik van te maken als waren zij echt en onvervalst;

5.Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
1. Een proces-verbaal van bevindingen, bijlage 01, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2018gesloten en getekend door [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3], respectievelijk hoofdagent eerste klasse en brigadier bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij het Flex Team, voor zover inhoudende, als relaas van verbalisant -zakelijk weergegeven-:
Op zondag 20 mei 2018, omstreeks 20.40 uur bevonden wij, verbalisanten op surveillance over de [adres 1] ter hoogte van de [naam kerk] te [plaats]. Voor onze dienstwagen reed een witte Mazda model 323 voorzien van kenteken [kentekennummer 1]. Op 20 mei 2018 werd aangifte van diefstal gedaan van dit kenteken. Ter controle op de naleving van de wettelijke bepalingen gaf ik, [verbalisant 3], de bestuurder een stopteken als bedoeld in artikel 3 van het Landsbesluit Verkeersregels.
Ik, [verbalisant 3], vorderde van de bestuurder mij zijn geldige rijbewijs voor het besturen van motorvoertuig ter in zage af te geven en het geldige belastingontvangstbewijs. Aan deze vordering werd niet voldaan. Bij controle bleek het kenteken [kentekennummer 1] niet bij de witte Mazda Model 323 hoorde maar bij en blauwe Toyota Corola behorende aan [eigenaar Toyota Corola].
De bestuurder gaf aan dat de auto van hem was, maar hij kon geen geldige bescheiden tonen. De verdachte werd verzocht om uit te stappen.
Na aanhouding van de verdachte bleef de verdachte herhaaldelijk aan mij, [verbalisant 1], vragen of ik de tas die hij om zijn nel had hangen aan zijn vriendin kon geven omdat daarin belangrijke documenten zouden zitten. Hierop heb ik, [verbalisant 1], hem gezegd dat hij aangehouden was en dat hij en zijn tas naar de politiewacht overgebracht zullen worden.
Op 20 mei 2018, trof verbalisant [verbalisant 1] bij een verrichte onderzoek in de zwarte tas van de verdachte [verdachte]een belasting stikker en een keuringsstikker van het jaar 2018 met allebei serienummer [serienummer 1]. Voornoemde stikkers waren vermoedelijk vals.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, bijlage 02, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2018gesloten en getekend door [verbalisant 4], brigadier bij het Korps Politie Aruba, ingedeeld bij het Flex Team, voor zover inhoudende, als
relaas van verbalisant-zakelijk weergegeven-:
Op 21 mei 2018 ging ik naar de Dienst Technische Inspectie en overhandigde aan de ingenieur [ingenieur 1] de vermoedelijk vervalste keursticker van het jaar 2018 met serienummer [serienummer 1] dat op 20 mei 2018 na de aanhouding van de verdachte [verdachte]in zijn tas werd aangetroffen. [ingenieur 1] ging een sticker van dezelfde jaar halen zodat hij deze kon vergelijken en verklaarde summier dat de sticker dat ik heb gebracht een vervalste sticker betrof.
Eveneens bijlage 2 van het proces-verbaal, een verklaring d.d. 22 mei 2018 van Dienst Technische Inspecties, opgemaakt en afgegeven door de Chef onderafdeling Elektrokeuring en wnd. Chef onderafdeling Voertuigkeuring, betreffende een op 21 mei 2018 verrichtte onderzoek van de inbeslaggenomen DTI-voertuigkeuringssticker, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
- de betreffende sticker met stickernummer : [serienummer 1], is een namaak van onze keuringsstickers;
- de afmeting (diameter) klopt niet;
- de stickernummer klopt niet met het betreffende voertuig volgens voertuigkeuringsregistratie programma.
Gelet het bovenstaande verklaar ik, dat de inbeslaggenomen DTI-voertuigkeuringssticker een gefalsificeerde DTI-voertuigkeuringssticker is.
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], bijlage 04, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 5], agent in opleiding bij het Korps Politie Aruba en ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche Unit Sta Cruz, voor zover inhoudende, als
verklaring van verdachte-zakelijk weergegeven-:
Op 20 mei 2018 gaf de politie mij een stopteken. Ik droeg een heuptas en daarin had ik een keuringssticker en een belastingsticker.
4. Een proces-verbaal van bevindingen, bijlage 05, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2018gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 4], respectievelijk hoofdagent eerste klasse en brigadier bij het Korps Politie Aruba, allen ingedeeld bij het Flex Team, voor zover inhoudende, als
relaas van die verbalisanten-zakelijk weergegeven-:
Op 21 mei 2018 gingen wij naar de Departamento di Impuesto te Camacuri en aldaar gekomen werden wij te woord gestaan door de waarnemend directrice van de Departamento di Impuesto die op gaf te zijn [waarnemend directrice van de Departamento di Impuesto]. Verbalisant overhandigde de vermoedelijk vervalste belasting controle sticker met serienummer [serienummer 1] dat op 20 mei 2018 na de aanhouding van de verdachte [verdachte] in zijn tas werd aangetroffen. Allen verklaarden dat vergelijking van de gebracht belasting controle sticker met een originele belasting controle sticker, dat de sticker dat wij mee hadden meegenomen een vervalste sticker betrof.
Bijlage van het proces-verbaal, te weten een verklaring van Departamento di Impuesto (DIMP), opgemaakt en afgegeven door de waarnemend directeur van DIMP, betreffende een op 21 mei 2018 verrichtte onderzoek van de inbeslaggenomen sticker, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Geconstateerd is dat de in beslag genomen sticker vervalst is en niet door DIMP is uitgereikt.
Geconstateerd is onder andere dat:
  • Wapen van Aruba is kleiner en de kleuren zijn anders.
  • Watermerk is bijna onzichtbaar.
  • Lettertype en lettergrootte zijn anders.
  • De snijlijnen zijn niet echte maar slechts gedrukt met zwarte lijnen.
  • Stickermateriaal is anders.
  • De tekstboxen zijn kleiner.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 2:284 lid 1, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst,
strafbaar gesteld bij artikel 2:284 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

8.Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft een keuringstikker en een belastingstikker in zijn bezit gehad, die opzettelijk vals is opgemaakt. Hierdoor heeft hij het vertrouwen dat in het algemeen in geschriften met een bewijsbestemming moet kunnen worden gesteld geschonden.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte is, zo blijkt uit haar uittreksel uit het justitieel documentatieregister, niet eerder veroordeeld wegens het plegen van strafbare feiten.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat twee maanden onvoorwaardelijk gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

9.In beslag genomen voorwerpen

Verbeurdverklaring
De vervalste DTI-voertuigkeuringssticker en vervalste belastingcontrolesticker zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De voorwerpen behoren toe aan de verdachte en met behulp daarvan is het bewezen verklaarde begaan.
Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring gelasten.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:67, 1:68 en 2:284 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
11. BESLISSING
Het Gerecht:
11.1
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan;
11.2
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
11.3
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
11.4
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
twee (2) maanden;
11.5
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
11.6
verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven valse belastingsticker van het jaar 2016 respectievelijk 2018 en valse keuringssticker van het jaar 2018.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 13 september 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.