ECLI:NL:OGEAA:2018:829

• Datum uitspraak: 29 oktober 2018
• Publicatiedatum: 7 januari 2019
• Zaaknummer: AUA201803037
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: N.K. Engelbrecht
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.E.B. Gibbs, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De verzoekster had eerder een vergunning ontvangen van de verweerder, de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, en trok haar verzoekschrift in omdat zij meende geen belang meer te hebben bij de behandeling ervan. Desondanks verzocht zij om een proceskostenvergoeding op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Het gerecht heeft overwogen dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor het veroordelen van de verweerder tot betaling van de proceskosten. De verzoekster had haar verzoek tot schorsing van de bestreden beschikkingen ingetrokken en vroeg in plaats daarvan om een schadevergoeding. Het gerecht concludeerde dat er geen aanleiding was om, ondanks de analogie met de Nederlandse Awb, een mogelijkheid voor proceskostenvergoeding te creëren.

De voorzieningenrechter, mr. N.K. Engelbrecht, heeft het verzoek van de verzoekster afgewezen. De uitspraak vond plaats op 29 oktober 2018 en werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Uitspraak van 29 oktober 2018

AUA201803037

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK

op het verzoek in de zin van artikel 54 van de

Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[verzoekster] ,

wonende in Aruba,

VERZOEKSTER,

gemachtigde: mr. R.E.B. Gibbs,

gericht tegen:

de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie ,

zetelende in Aruba,

VERWEERDER.

1. PROCESVERLOOP

Bij bevelschriften van 23 september 2018, heeft verweerder de verwijdering en inbewaringstelling van verzoekster bevolen (de bestreden beschikkingen).

Verzoekster heeft zich op 25 september 2018 tot het gerecht gewend met het verzoek de bestreden beschikkingen te schorsen.

Verzoekster heeft bij de brief van 2 oktober 2018 haar verzoek tot schorsing van de bestreden beschikkingen ingetrokken en verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten dan wel tot betaling van een schadevergoeding.

De uitspraak is bepaald op heden.

2. OVERWEGINGEN

2.1.

Voor het veroordelen van verweerder tot betaling van de proceskosten of een schadevergoeding, zoals door verzoekster verzocht, bestaat geen wettelijke grondslag.

2.2

Het vorenstaande leidt tot de navolgende beslissing.

3. BESLISSING

De voorzieningenrechter:

wijst het verzoek af.

Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.