ECLI:NL:OGEAA:2018:823

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 oktober 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802118
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot beslissing op bezwaar en oplegging van dwangsom in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 29 oktober 2018 uitspraak gedaan op een verzoek van verzoekster, die vertegenwoordigd werd door advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt. Het verzoek was ingediend op basis van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), omdat verweerder, de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling, niet had beslist op het bezwaar van verzoekster binnen de gestelde termijn. Eerder, op 16 oktober 2017, had het gerecht al bepaald dat verweerder binnen drie maanden na die uitspraak een reële beschikking moest geven op het bezwaar. Verweerder heeft echter geen verweerschrift ingediend en heeft nagelaten om op het bezwaar te beslissen.

Het gerecht overweegt dat, nu er geen beslissing is genomen door verweerder, er aanleiding is om verweerder op te dragen alsnog binnen twee maanden na de uitspraak een beslissing te nemen. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom te betalen van Afl. 500,- per dag dat hij in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 25.000,-. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan verzoekster, die zijn begroot op Afl. 500,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Uitspraak van 29 oktober 2018
Lar nr. AUA201802118
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het verzoek ex artikel 53 van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[verzoekster],
gevestigd in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigden: de advocaat mr. E.R. Zeppenfeldt,
gericht tegen:
de minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij uitspraak van dit gerecht van 16 oktober 2017 (LAR AUA201701152) is onder andere het met een afwijzende beschikking gelijkgestelde uitblijven van een beschikking op het gemaakte bezwaar vernietigd en is bepaald dat verweerder binnen een termijn van drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beschikking geeft op het bezwaar van verzoekster.
Op 16 juli 2018 heeft verzoekster onderhavig verzoek ex artikel 53 van de Lar ingediend.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Ingevolge artikel 53, eerste lid, van de Lar kan, indien het bestuursorgaan niet binnen de daarvoor gestelde termijn voldoet aan artikel 51, de wederpartij bij het gerecht een verzoek indienen tot toekenning van een vergoeding ten laste van het Land dan wel een verzoek om het bestuursorgaan te verplichten alsnog gevolg te geven aan de uitspraak.
Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, kan bij de beslissing op dit verzoek worden bepaald dat het bestuursorgaan aan de wederpartij een dwangsom verbeurt voor iedere dag dat het in gebreke blijft aan de beslissing te voldoen.
2.2
Het verzoek strekt ertoe om verweerder door middel van het opleggen van een dwangsom overeenkomstig artikel 53, tweede lid, van de Lar te verplichten gevolg te geven aan de uitspraak van 16 oktober 2017.
2.3
Het gerecht overweegt dat bij het sluiten van het onderzoek niet is gebleken dat verweerder op het bezwaar van verzoekster heeft beslist. Verweerder heeft derhalve geen gevolg gegeven aan voormelde uitspraak. Het gerecht ziet hierin aanleiding om verweerder op te dragen om alsnog een reële beslissing op het bezwaar van verzoekster te nemen binnen een termijn van twee maanden na dagtekening van deze uitspraak, thans onder het opleggen van een dwangsom.
2.4
Nu verzoekster met recht onderhavig verzoek heeft gedaan en hierdoor noodzakelijke kosten heeft gemaakt door met gemachtigde op te treden, zal verweerder in de kosten van dit geding worden veroordeeld, die begroot worden op een bedrag van Afl. 500,-.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- bepaalt dat verweerder binnen twee maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op het bezwaar van verzoekster;
- bepaalt dat verweerder een dwangsom aan verzoekster verbeurt van Afl. 500,- per dag dat verweerder in gebreke blijft om na bovengenoemde termijn van twee maanden een nieuwe beslissing te nemen, met een maximum van Afl. 25.000;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door verzoekster voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.