ECLI:NL:OGEAA:2018:822

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 oktober 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802028
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-tijdige indiening van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft appellante op 22 januari 2018 een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, waarbij haar verzoek om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf op 23 november 2017 was afgewezen. Appellante heeft op 9 juli 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar bezwaar. Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante niet tijdig in beroep is gekomen, aangezien het beroepschrift na de wettelijke termijn van twintig weken is ingediend. De termijn voor het indienen van het beroepschrift liep af op 11 juni 2018, maar het beroepschrift werd pas op 9 juli 2018 ingediend, wat betekent dat de beroepstermijn is overschreden.

Het gerecht heeft appellante vervolgens in de gelegenheid gesteld om aannemelijk te maken dat zij het beroepschrift zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk heeft ingediend, maar appellante heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Gezien het feit dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, heeft het gerecht op basis van artikel 32, onderdeel a, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechter heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard en heeft appellante geïnformeerd over de procedure voor hoger beroep, inclusief de vereisten voor het indienen van een hogerberoepschrift en het verschuldigde griffierecht van Afl. 75.

Uitspraak

Uitspraak van 29 oktober 2018
Lar nr. AUA201802028
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
gericht tegen:
de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 22 januari 2018 een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking van verweerder van 23 november 2017, waarbij het verzoek om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf aan haar is afgewezen.
Tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar bezwaar heeft appellante op 9 juli 2018 beroep ingesteld bij het gerecht.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante niet tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar. Nu niet is gebleken dat de bezwaaradviescommissie toepassing heeft gegeven aan haar bevoegdheid tot verlenging van de termijn voor het uitbrengen van haar advies, diende het beroepschrift, gelet op de artikelen 15, onderdeel a, 19, eerste lid, 20, eerste lid, en 27, tweede lid, van de Lar binnen twintig weken na het indienen van het bezwaarschrift te zijn ingediend, te weten uiterlijk op 11 juni 2018. Nu het beroepschrift op 9 juli 2018 is ingediend, is de beroepstermijn overschreden.
2.2
Bij brief van 23 juli 2018 heeft het gerecht appellante in de gelegenheid gesteld om aannemelijk te maken dat zij het beroepschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden, zoals bedoeld in artikel 28, derde lid, van de Lar. Appellante heeft van de haar geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.3
Ingevolge artikel 32, onderdeel a, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen, indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het gerecht zal dan ook als volgt beslissen.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 29 oktober 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.