Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.DE BEOORDELING
4.DE BESLISSING
donderdag 8 maart 2018 om 09:00 uurin de enquêtezaal van het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is aangespannen, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. Swaen, een vordering ingesteld tegen de rechtspersoon Caledonia International Properties Inc., gevestigd in Tortola, Britse Maagdeneilanden, en gedaagde 2, wonende in Venezuela, vertegenwoordigd door advocaat mr. Q.D.A. Carrega. De zaak betreft een geschil over een overeenkomst die in 1999 tot stand is gekomen met betrekking tot een timeshareproject. Eiser stelt dat hij recht heeft op een deel van de netto opbrengst van de verkoop van aandelen in Caledonia Properties en Caledonia Development, die in 2006 heeft plaatsgevonden. Eiser vordert een bedrag van US$ 11.634.976,06, vermeerderd met wettelijke rente, en verzoekt het Gerecht om Caledonia en gedaagde 2 hoofdelijk te veroordelen tot betaling van dit bedrag.
De procedure heeft een complexe voorgeschiedenis, waarbij eerdere vonnissen van het Gerecht en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie zijn betrokken. Het Gerecht heeft in dit vonnis geoordeeld dat er geen gronden zijn om eiser niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen. Het Gerecht heeft de feiten vastgesteld zoals die zijn opgenomen in het eerdere Hofvonnis en heeft eiser in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren door het horen van getuigen. De zaak is verwezen naar een terechtzitting voor bewijslevering, waarbij eiser uiterlijk drie dagen voor de zitting de personalia van de getuigen moet opgeven. Het Gerecht heeft verder besloten om iedere verdere beslissing aan te houden in afwachting van de bewijslevering.