ECLI:NL:OGEAA:2018:812

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 oktober 2018
Publicatiedatum
7 januari 2019
Zaaknummer
AUA201702585
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-tijdige indiening van beroepschrift in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben appellanten beroep ingesteld tegen een beschikking van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (DBSB) die hun verzoek om inschrijving van hun huwelijk in het bevolkingsregister had afgewezen. De beschikking op bezwaar was gedateerd op 22 augustus 2017, waardoor de beroepstermijn op 23 augustus 2017 inging en eindigde op 3 oktober 2017. Appellanten dienden hun beroepschrift echter pas op 5 oktober 2017 in, wat resulteerde in een niet-tijdige indiening.

Appellanten voerden aan dat zij de beschikking op bezwaar pas op 24 augustus 2017 hadden opgehaald en dat er vertalingen nodig waren voordat zij het beroepschrift konden indienen. Het gerecht oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende waren om aan te tonen dat het beroepschrift zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was, was ingediend. De rechter concludeerde dat de appellanten niet tijdig beroep hadden ingesteld en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 1 oktober 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.

Uitspraak

Uitspraak van 1 oktober 2018
Lar nr. AUA201702585

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
1.[APPELLANTE],
2.[APPELLANTE],
wonend in Aruba,
APPELLANTEN,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
gericht tegen:

het hoofd van de Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.M.A.M. Ponsioen (DBSB).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 28 oktober 2016 heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van appellanten om het tussen appellanten op 13 juli 2016 in de Dominicaanse Republiek voltrokken huwelijk in te schrijven in het bevolkingsregister.
Bij beschikking van 22 augustus 2017 heeft verweerder het door appellanten daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Op 5 oktober 2017 hebben appellanten een beroepschrift ingediend.
Verweerder heeft op 30 november 2017 een verweerschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 augustus 2018. Appellante sub 2 is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Appellant sub 1 is bij zijn gemachtigde verschenen. Verweerder is vertegenwoordigd door de gemachtigde voornoemd.
Uitspraak is bepaald op heden.

WETTELIJK KADER

Ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken en gaat in op de dag na die waarop de beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend.
Ingevolge artikel 28, eerste lid, wordt een beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard, indien het is ingediend voordat de termijn is ingegaan of nadat de termijn is verstreken.
Ingevolge het derde lid blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op die grond achterwege, indien de indiener aannemelijk maakt dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden en het tegendeel daarvan niet blijkt.

OVERWEGINGEN

1. De beschikking op bezwaar is gedagtekend op 22 augustus 2017, zodat de beroepstermijn ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Lar is ingegaan op 23 augustus 2017 en is geëindigd op 3 oktober 2017. Het beroepschrift van appellanten is op 5 oktober 2017 ingediend en is dan ook niet tijdig ingediend.
2. Appellanten betogen dat de beschikking op bezwaar op 24 augustus 2017 door hen is opgehaald en dat er vertalingen dienden plaats te vinden voordat het beroepschrift kon worden ingediend.
3. De door appellanten gestelde omstandigheden leiden niet tot het oordeel dat zij het beroepschrift hebben ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden. Deze omstandigheden hadden hen niet hoeven te beletten om, desnoods door een (niet-gemotiveerd) pro forma beroepschrift, tijdig beroep in te stellen tegen de beschikking op bezwaar van 22 augustus 2017.
4. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep niet-ontvankelijk.

DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 oktober 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.