ECLI:NL:OGEAA:2018:811
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van ontslag op staande voet en verkeerde rechtspersoon in rechte betrokken
In deze zaak heeft verzoekster, wonende in Aruba, een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om het ontslag op staande voet van 28 maart 2017 nietig te verklaren. Verzoekster stelt dat er geen dringende reden was voor het ontslag en verzoekt om doorbetaling van haar loon tot aan de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met vertragingsrente. Daarnaast vraagt zij om weder te werkstelling in haar functie en om kosteloos te mogen procederen.
Verweerster, een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, voert aan dat verzoekster de vordering tegen de verkeerde partij heeft ingesteld. Volgens verweerster is verzoekster in dienst bij Van den Broek Construction, Labor & Cleaning N.V., een voormalige zustervennootschap, en niet bij verweerster zelf. Verweerster stelt dat zij nooit werknemers in dienst heeft gehad en dat verzoekster de vordering bij de curator van de failliete vennootschap had moeten indienen.
Het gerecht oordeelt dat verzoekster niet de juiste rechtspersoon in rechte heeft betrokken, waardoor de vordering moet worden afgewezen. Bovendien is de nietigheid van het ontslag te laat ingeroepen, aangezien verzoekster dit pas op 31 juli 2018 deed, terwijl zij dit uiterlijk op 27 september 2017 had moeten doen. Verzoekster wordt in de proceskosten veroordeeld, maar krijgt toestemming om kosteloos te procederen. De beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch en werd openbaar uitgesproken op 11 december 2018.