ECLI:NL:OGEAA:2018:805

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
AUA201802544
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van verzoek tot betaling van achterstallig loon en vakantiedagen in arbeidsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, een verzoek ingediend om kosteloos te mogen procederen en om betaling van achterstallig loon en niet genoten vakantiedagen door verweerder. Het verzoekschrift werd op 16 augustus 2018 ingediend, en verweerder werd opgeroepen om op 30 oktober 2018 te verschijnen, maar is niet verschenen. De rechter heeft de beschikking op 11 december 2018 gegeven.

Verzoeker stelt dat verweerder over de maanden van maart 2017 tot en met mei 2018 niet naar behoren het salaris heeft uitbetaald. De rechter heeft vastgesteld dat verweerder geen verweer heeft gevoerd tegen het verzoek, waardoor het verzoek tot betaling van het achterstallige loon van Afl. 8.992,- en de niet genoten vakantiedagen van Afl. 3.482,10 is toegewezen. Daarnaast is vertragingsrente toegewezen vanaf 14 augustus 2018.

De rechter heeft ook de kosten van de procedure aan verweerder opgelegd, inclusief griffierecht, explootkosten en het salaris van de gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 11 december 2018
Behorend bij EJ nr. AUA201802544
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[VERZOEKER],
wonende te Aruba,
VERZOEKER, hierna: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[VERWEERDER],
gevestigd te [adres verweerder] in Aruba,
VERWEERDER, hierna: [verweerder],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 16 augustus 2018;
- het exploot van betekening d.d. 10 oktober 2018, waarbij [verweerder] wederom is opgeroepen om op 30 oktober 2018 een verweerschrift in te dienen en te verschijnen voor de behandeling. [verweerder] is, ondanks behoorlijke oproeping, niet verschenen.
De beschikking is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

2.1 [
verzoeker] verzoekt bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
[verzoeker] toe te laten om kosteloos te mogen procederen,
[verweerder] te bevelen om het achterstallige loon van Afl. 8.992,- aan [verzoeker te betalen, vermeerderd met de vertragingsrente en de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2018,
[verweerder] te bevelen om de niet genoten vakantiedagen over de periode van 2015 tot en met 2018, zijnde Afl. 3.482,10 aan [verzoeker] te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2018;
[verweerder] te veroordelen in de kosten van de procedure.
2.2 [
verzoeker] grondt de vordering erop dat [verweerder] over de maanden van maart 2017 tot en met mei 2018 niet naar behoren het aan [verzoeker] toekomende salaris heeft uitbetaald.
2.3 [
verweerder] heeft geen verweer gevoerd.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
verweerder] heeft geen gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om verweer te voeren. Nu er van de zijde van [verweerder] geen verweer is gevoerd tegen het verzoek tot betaling ter zake van het achterstallige loon, de niet genoten vakantiedagen en dit voldoende is onderbouwd, zal het gerecht dit verzoek toewijzen. Datzelfde geldt voor het verzoek tot betaling van de vertragingsrente ex artikel 7A:1614q BW met matiging tot de gebruikelijke 15%.
3.2 [
verweerder] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op Afl. 50,- griffierecht, op Afl. 195,74 aan explootkosten en op Afl. 1.000,- aan salaris van gemachtigde.

4.DE BESLISSING

De rechter:
4.1
verleent toestemming aan [verzoeker] om kosteloos te mogen procederen;
4.2
veroordeelt [verweerder] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verzoeker] te betalen zijn achterstallig loon van Afl. 8.992,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2018 en de vertragingsrente gematigd tot 15% alsmede een bedrag Afl. 3.485,10 wegens niet genoten vakantiedagen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2018;
4.3
veroordeelt [verweerder] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [verzoeker] begroot op Afl. 50,00 griffierrecht, Afl. 195,74 explootkosten en Afl. 1.000,00 voor salaris gemachtigde;
4.4
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 11 december 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie: arbeidsrecht, verstek