ECLI:NL:OGEAA:2018:799

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
AUA201801823
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • S. Verhijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap en wettelijke termijn in het civiel recht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontkenning van het vaderschap. Verzoekster, een meerderjarig kind, heeft verzocht om de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man, die zij als haar juridische vader beschouwt. De verzoekster heeft aangevoerd dat de heer [naam biologische vader] haar biologische vader is, wat zij heeft onderbouwd met een DNA-test die een waarschijnlijkheid van 99,9999995% aangeeft. De verzoekster heeft in de procedure verklaard dat zij sinds haar vierde levensjaar in de Verenigde Staten woont en sinds 23 november 2016 niet meer in Aruba ingeschreven is.

De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 25 juni 2018 is ingediend. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft advies uitgebracht op 4 september 2018, gevolgd door een aanvullend advies op 16 oktober 2018. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum waren de verzoekster, verweerder en de biologische vader aanwezig. De rechter heeft vastgesteld dat verzoekster haar verzoek niet binnen de wettelijke termijn heeft ingediend, maar heeft ook opgemerkt dat alle betrokkenen akkoord zijn met de ontkenning van het vaderschap.

Het gerecht heeft de bevoegdheid om de wettelijke termijn buiten toepassing te laten op grond van redelijkheid en billijkheid, zoals bepaald in artikel 1:199a BWA. Gezien de omstandigheden en de instemming van alle betrokkenen, heeft het gerecht besloten de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren. De beschikking is gegeven door mr. S. Verhijen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 11 december 2018.

Uitspraak

Beschikking van 11 december 2018
Behorend bij AUA201801823
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[VERZOEKSTER],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de meerderjarige kind,
vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] thans procederende in persoon,
tegen
[VERWEERDER],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
procederende in persoon.
Belanghebbenden:
[naam biologische vader],de biologische vader.

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 25 juni 2018;
  • het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, ingediend op 4 september 2018;
  • het aanvullende advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, overgelegd op 16 oktober 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 16 oktober 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekster, verweerder en de biologische vader in persoon. Namens de ABS was aanwezig mevrouw [naam X]
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit het huwelijk tussen de moeder en de man is op [datum] 1974 in Aruba geboren [verzoekster].
2.2
Bij beschikking van dit Gerecht van 9 april 1975 (behorend bij A.R. No. 657/1975) is de echtscheiding tussen de moeder en de man uitgesproken.
2.3
Sinds verzoekster 4 jaar oud was, is zij samen met haar moeder in de Verenigde Staten gaan vestigen. Zij heeft een Green Card om zich daar te vestigen. Zij is sinds 23 november 2016 niet meer in Aruba ingeschreven.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt tot gegrondverklaring van de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man.
3.2
Aan haar verzoek heeft verzoekster ten grondslag gelegd dat niet de man doch de heer [naam biologische vader] haar biologische vader is. Ter onderbouwing hiervan heeft zij een
DNA Test Reportvan I.L. Laboratorio Familiar NV van 21 juni 2017 overgelegd, waarin geconcludeerd wordt dat [naam biologische vader] met een waarschijnlijkheid van 99,9999995% de biologische vader is van verzoekster.
3.3
Verzoekster heeft verder aangevoerd dat zij in de loop der jaren geruchten heeft gehoord dat zij niet de biologische dochter van verweerder is. Hierna heeft zij een naam opgegeven gekregen van haar vermoedelijk biologische vader. Met de gedachte om het nu definitief concreter te maken hebben zij een DNA-onderzoek gedaan. Zij is sinds het resultaat zeker van geworden dat de heer [naam biologische vader] zijn biologische vader is. Verzoekster wenst door haar biologische vader erkend te worden. De biologische vader gaat hiermee akkoord. Haar moeder geeft via een verklaring aan akkoord te zijn met de erkenning.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het door het huwelijk ontstane vaderschap kan op de voet van artikel 1:200, lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) worden ontkend op grond dat de man niet de biologische vader van het kind is. Ingevolge het zesde lid wordt het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning door het kind bij het gerecht ingediend binnen vijf jaren nadat het kind bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is. Ingevolge artikel 27, lid 2 van de Landsverordening overgangsbepalingen Nieuw BW (AB 2001 no. 108) kon een meerderjarig kind aan wie op het moment van inwerkingtreding van de wet, dus op 1 januari 2002, bekend was dat de man die op grond van huwelijk met zijn moeder zijn vader is, vermoedelijk niet zijn biologische vader is, gedurende een termijn van vijf jaren, te rekenen vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de wet, derhalve tot 1 januari 2007, een verzoek tot ontkenning van het vaderschap doen overeenkomstig de bepalingen van de wet.
4.2
Het gerecht stelt vast dat verzoekster haar verzoek niet heeft ingediend binnen de wettelijke termijn.
4.3
De verzoekster stelt dat het verzoek en de erkenning voor haar van belang is bij formalisering van de bestaande family-life tussen haar en haar biologische vader en dit als doorslaggevend moet worden aangemerkt. Tevens geeft zij aan genoeg banden met Aruba te hebben. Zij heeft broers en tantes van biologische kant en ook 5 tante moederszijde. Zij komt ongeveer 3 keer per jaar naar Aruba toe.
4.4
Het gerecht acht dat verzoekster aannemelijk heeft gemaakt genoeg aanknopingspunten met Aruba te hebben en verklaart het gerecht zich bevoegd kennis te nemen van dit verzoek.
4.5
Artikel 1:199a BWA bepaalt dat de in de titel 11 (Afstamming) gestelde termijnen door de rechter buiten toepassing kunnen worden gelaten voor zover toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
De Memorie van Toelichting op deze bepaling luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“(…) Denkbaar is dat de termijn verstreken is, maar dat alle betrokkenen - juridische vader, moeder, verwekker, kind - wensen dat de juridische betrekkingen met de biologische en sociale realiteit in overeenstemming worden gebracht en dat ook anderszins geen gewichtige redenen daaraan in de weg staan. (…) De rechtszekerheid dient in een dergelijk geval niemand. De termijnen werken dan averechts.(…)”.
4.6
In dit onderhavige geval zijn alle betrokkenen akkoord met het verzoek. Ook de verweerder gaaf hiermee akkoord te gaan. Van gewichtige redenen die daaraan in de weg staan, is het gerecht niet gebleken. Naar het oordeel van het gerecht zal toepassing van de wettelijke termijn in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Het gerecht zal daarom gebruik maken van de in artikel 1:199a BWA gegeven bevoegdheid om de in artikel 1:200 lid 6 BWA gestelde termijn, buiten toepassing te laten.
4.7
Het voorgaande leidt tot de beslissing dat de ontkenning van het vaderschap van de man gegrond zal worden verklaard en dat de verzochte verklaring voor recht, zal worden gegeven.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [de man], van verzoekster, [verzoekster], geboren op [datum] 1974 in Aruba uit de vrouw [naam moeder],
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Verhijen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 11 december 2018, in aanwezigheid van de griffier.