ECLI:NL:OGEAA:2018:795

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
2771 van 2017/AUA201703447 en EJ nr. 2772 van 2017/AUA201703448
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een minderjarige en geslachtsnaamkeuze in het Arubaanse recht

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een minderjarige door de vader. De moeder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de erkenning, mits de minderjarige haar geslachtsnaam behoudt. De vader heeft hiertegen verweer gevoerd, wat heeft geleid tot een geschil over de naamskeuze. De bijzondere curator heeft geadviseerd om de vader vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning, waarbij hij stelde dat er geen aanwijzingen zijn dat de erkenning de belangen van de minderjarige zou schaden.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat volgens het Arubaanse recht de geslachtsnaam van een kind doorgaans die van de vader is, tenzij anders overeengekomen. De rechter heeft echter opgemerkt dat de huidige wetgeving in Aruba ongelijke behandeling van ouders met betrekking tot de geslachtsnaam van hun kinderen met zich meebrengt, wat in strijd is met de Staatsregeling van Aruba en internationale verdragen. De Landsverordening aanvulling BWA, die nog niet in werking is getreden, biedt een oplossing voor dit rechtstekort door ouders de mogelijkheid te geven om gezamenlijk een geslachtsnaam te kiezen.

In deze zaak heeft het Gerecht besloten dat de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder zal behouden, ondanks de erkenning door de vader. Dit is in het belang van de minderjarige, die bij de moeder woont en sinds zijn geboorte haar geslachtsnaam draagt. De beslissing om de geslachtsnaam van de moeder te behouden, werd genomen in het licht van de huidige wetgeving en de omstandigheden van de minderjarige. De behandeling van de overige zaken, zoals gezag en omgang, zal op een later moment worden voortgezet.

Uitspraak

Beschikking van 11 december 2018
Behorend bij EJ nr. 2771 van 2017/AUA201703447 en EJ nr. 2772 van 2017/AUA201703448
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[NAAM VERZOEKER]
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. D.M. Canwood,
tegen
[NAAM VERWEERSTER],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Belanghebbende:
[NAAM MINDERJARIGE], de minderjarige.
DE VOOGDIJRAAD, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de eerdere procedure blijkt uit:
  • de beschikking van 15 mei 2018,
  • het resultaat van het DNA-onderzoek, ingediend op 13 augustus 2018,
  • de uitlating van de bijzondere curator, ingediend op 20 augustus 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 30 oktober 2018, waaruit blijkt dat partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was [NAAM RAADSONDERZOEKER] aanwezig.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
De moeder heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de erkenning van de minderjarige door de man, mits de minderjarige haar geslachtsnaam behoudt. De man heeft hiertegen verweer gevoerd. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de naamskeuze.
2.2
De bijzonder curator heeft bij zijn akte namens de minderjarige geadviseerd om de man vervangende toestemming te verlenen om de minderjarige te erkennen. Volgens de bijzonder curator zijn er geen aanwijzingen dat de erkenning de belangen van de minderjarige zal schaden, in die zin dat er reële risico’s zijn dat de minderjarige wordt belemmerd in een evenwichtige sociaal-psychologische en emotionele ontwikkeling.
Het gerecht zal, gelet op het voorgaande, de man vervangende toestemming verlenen om de minderjarige te erkennen.
2.3
Ingevolge artikel 1:5 Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) is de geslachtsnaam van een kind die van zijn vader, en anders die van de moeder. Conform het geldende recht krijgt de minderjarige bij de erkenning de geslachtsnaam van de vader.
2.4
Algemeen aanvaard is dat in het huidige Arubaanse namenrecht de moeder van een kind wordt achtergesteld bij de vader zonder dat daarvoor voldoende rechtvaardiging is. Deze ongelijke behandeling is in (elk geval) strijdig met artikel I.1 van de Staatsregeling van Aruba en artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
2.5
De Arubaanse wetgever heeft dit rechtstekort onder ogen gezien. Bij Landsverordening van 23 september 2016 – tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek van Aruba in verband met een aantal onderwerpen die nog een regeling of aanpassing in het Burgerlijk Wetboek van Aruba behoeven (aanvulling Burgerlijk Wetboek van Aruba), AB 2016, no. 51 (hierna: Landsverordening aanvulling BWA) – is bepaald dat art. 1:5 BWA wordt vervangen door veertien nieuwe wetsartikelen (art. 1:5 tot en met art. 1:5m BWA). Art. 1:5 Landsverordening aanvulling BWA bepaalt, voor zover hier van belang, dat de ouders bij de keuze van de geslachtsnaam van hun kind kunnen kiezen voor de geslachtsnaam van de vader dan wel voor die van de moeder. Art. 1:5b Landsverordening aanvulling BWA bevat een regeling voor geschillen omtrent de naamskeuze. Het eerste lid van dit artikel luidt:
“Een geschil tussen de ouders of toekomstige ouders over de naamskeuze kan op verzoek van beiden of één van hen aan de rechter in eerste aanleg worden voorgelegd. Deze beproeft, alvorens te beslissen, een vergelijk tussen hen. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.”
Art. 1:5g, eerste lid, Landsverordening aanvulling BWA luidt:
“1. Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, behoudt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren naamskeuze te doen. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing bij erkenning van een ongeboren kind.”
De Landsverordening aanvulling BWA is nog niet in werking getreden.
2.6
De Hoge Raad heeft bij beschikking van 13 juli 2017 (ECLI:NL:2017:2614) overwogen dat nu de Landsverordening aanvulling BWA nog niet in werking is getreden en onbekend is op welke termijn dat het geval zal zijn, de rechter thans voor Aruba dient te bezien of in dit rechtstekort kan worden voorzien. De rechter kan door bij de keuze van de wetgever, zoals gemaakt bij de vaststelling van de Landsverordening aanvulling BWA, aan te sluiten een oplossing bieden voor het rechtstekort van de geldende wetgever (rechtsoverwegingen 3.4.6 en 3.4.8).
2.7
Voor de in deze zaak aan de orde zijnde erkenning is het bepaalde in artikel 1:5g, eerste lid, van de Landsverordening aanvulling BWA, van toepassing waarin wordt bepaald dat een kind dat door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan de geslachtsnaam van de moeder behoudt. Partijen zijn niet tot een vergelijk gekomen over de geslachtsnaam van de minderjarige.
2.8
Gelet op het voorgaande bepaalt het Gerecht dat ter gelegenheid van de erkenning door de man van de minderjarige artikel 1:5 lid 1 BWA buiten toepassing blijft en de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder behoudt. Het Gerecht acht het behouden van de geslachtsnaam van de moeder wenselijk in het belang van de minderjarige nu de minderjarige bij de moeder woont en hij sinds zijn geboorte de geslachtsnaam van de moeder draagt.
2.9
Zodra de rapport van de Voogdijraad is ingediend, zal de behandeling over gezag en omgang op een nader te noemen datum worden voortgezet.
2.1
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de man [NAAM VERZOEKER], bij gebreke van toestemming van de moeder, vervangende toestemming om de minderjarige [NAAM MINDERJARIGE], geboren op [GEBOORTE DATUM MINDERJARIGE] 2011 in Aruba te erkennen, met dien verstande dat ter gelegenheid van de erkenning door de vader artikel 1:5 lid 1 BWA aldus buiten toepassing blijft dat de minderjarige de geslachtsnaam van de moeder [VERWEERSTER] behoudt,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, ter zitting van 11 december 2018 in aanwezigheid van de griffier.